Vocabulary Unit 3 (music) Flashcards
1
Q
beschouwd worden als
A
to be regarded as
2
Q
invloedrijk
A
influential
3
Q
gezien worden als
A
to be seen as
4
Q
vernieuwend
A
innovative
5
Q
ongewoon
A
unconventional
6
Q
opwindend
A
exciting
7
Q
gekend zijn als
A
to be known as
8
Q
fantastisch
A
fab(ulous)
9
Q
schitterend
A
wonderful
10
Q
briljant
A
brilliant
11
Q
fascinerend
A
fascinating
12
Q
populair
A
popular
13
Q
bovenaan de hitlijst staan
A
to head the charts
14
Q
veelgeprezen, bejubeld
A
critically acclaimed
15
Q
ouderwets
A
old-fashioned
16
Q
wellicht
A
arguably
17
Q
verbijsterend, duizelingwekkend
A
mind-boggling
18
Q
wereldberoemd
A
world-famous
19
Q
cello
A
cello
20
Q
snaren (instrumenten)
A
strings
21
Q
viool
A
violin
22
Q
percussie (instrumenten)
A
percussion
23
Q
tamboerijn
A
tambourine
24
Q
drum
A
drums
25
gitaar
guitar
26
basgitaar
bass guitar
27
blaasinstrumenten
horns
28
saxofoon
saxophone
29
trompet
trumpet
30
trombone
trombone
31
keyboard
keyboards/ synthesizers
32
piano
piano
33
een bassist
a bass player
34
een drummer
a drummer
35
een gitarist
a guitar player
36
een zanger
a singer
37
de songtekst
the lyrics
38
een split, uit elkaar gaan
a break-up, to break up
39
een producer
a producer
40
het publiek
the audience
41
een opname
a recording
42
een trompettist
a trumpet player
43
een toetsenist
a keyboard player
44
een pianist
a piano player
45
een plaat
a record
46
een songwriter/ liedjesschrijver
a songwriter
47
een liedje / single / album uitbrengen
to release a song / a single / an album
48
veel hits hebben
to have many hits
49
veel albums verkopen
to sell lots of albums
50
optreden
to play a gig
51
op een festival spelen
to play at a fetival
52
een liedje / album opnemen
to record a song / an album
53
een prijs/ onderscheiding ontvangen
to receive an award
54
een band vormen
to form a band
55
samples gebruiken / maken
sampling
56
samplen/ een sample maken
to sample
57
op tournee gaan / een reeks concerten spelen
to tour
58
iemand aan iets doen terugdenken
to take someone back
59
inspirerend
inspiring
60
van een ongezien niveau
next level
61
repetitief, constant hetzelfde
repetitive
62
aangenaam
pleasant
63
ergens van houden
to be into something
64
troosten
to comfort
65
inspiratie halen uit
to get inspiration from
66
oproepen
to evoke
67
vastlegggen
to capture
68
een gekte
a frenzy, a mania
69
in de Hall of Fame opnemen
to induct into the Hall of Fame