Vocabulary Unit 2 Flashcards
1
Q
buik
A
a belly
2
Q
voertuig
A
a vehicle
3
Q
Wat is het addertje onder het gras?
A
What’s the catch?
4
Q
neef
A
a cousin
5
Q
snikken
A
to sob
6
Q
verscheidene, een aantal
A
several
7
Q
enorm
A
tremendous
8
Q
fatsoenlijk
A
decent
9
Q
invloed hebben op
A
to affect
10
Q
in verlegenheid brengen
A
to embarrass
11
Q
schaamte
A
embarrassment
12
Q
verbeteren
A
to improve
13
Q
aanpassen
A
to adjust
14
Q
opmerken
A
to notice
15
Q
met het oog op, in het streven naar
A
in pursuit of
16
Q
verkiezing
A
an election
17
Q
geleidelijk
A
radually
18
Q
afbreken
A
to tear down
19
Q
alsof
A
as though = as if
20
Q
moeilijk, hard, taai
A
tough
21
Q
toevoegen
A
to add
22
Q
blozen
A
to blush
23
Q
omgaan met
A
to cope (with)
24
Q
aan de verwachtingen voldoen
A
to meet expectations
25
streng
stern
26
gniffelen
to chuckle
27
strak
tight
28
los
loose
29
veroveren, overwinnen
to conquer
30
(iemand/ iets) stoppen, opzij (doen) gaan
to pull over
31
inslaan
to make a turn
32
hijgen, naar adem snakken
to gasp
33
onmiddellijk
immediately
34
het bewustzijn
consciousness
35
onvrijwillig
involuntarily
36
verwonding
an injury
37
speechen, een speech houden
to deliver a speech
38
gebroken, kapot
bust = busted
39
schuilplaats
a shelter
40
ziekte
illness
41
beledigd
offended
42
oplossing
a solution
43
1) roeren
2) aangrijpen, ontroeren
to stir
44
chirurg
a surgeon
45
operatie
surgery
46
beroerte
a stroke
47
belangrijk, hoofd
major
48
klein, minder belangrijk, gering
minor
49
uit je eigen zak
ouf of your own pocket
50
vet, olie
grease
51
overwegen
to consider
52
fluisteren
to whisper
53
vermelden
to mention
54
verontschuldigen
to apologise to
55
met opzet
purposely = on purpose
56
schoot
a lap
57
kaal
bald
58
winkel
a store
59
betreuren, spijt hebben
to regret
60
klagen
to complain
61
ook al
even though
62
burgemeester
a mayor
63
weigeren
to refuse
64
gevat, ad rem, snedig
witty
65
blik
a can
66
1) ruw
2) hard, grof, ruw, oneffen
rough
67
aarzelen, over je woorden struikelen
to stumble
68
uit de kast komen
to come out
69
voordelen
perks
70
voormalig
former
71
geld verdienen
to make money
72
toegewijd aan
dedicated to
73
ontgoocheld
dissapointed
74
deken
a blanket
75
grijpen
to grab
76
propere / vuile was
clean / dirty laundry
77
een indruk maken
to make an impression
78
uitkijken naar
to look forward to
79
beeldmateriaal
footage