Vocabulaire Hoofdstuk 2 Flashcards
1
Q
Maandelijkse (maandelijks)
A
Monthly
2
Q
Zich aangemeld voor (zich aanmelden voor)
A
To sign up for
3
Q
De regel(s)
A
The rule(s)
4
Q
Het niveau(s)
A
The level(s)
5
Q
Levert… op (opleveren)
A
To count for, to produce, to yield
6
Q
Verboden (verbieden)
A
Forbidden (to forbid)
7
Q
Op… zoeken (opzoeken)
A
To look up
8
Q
Het verzoek
A
The request
9
Q
Gillen
A
To scream, to yell
10
Q
De ronde
A
Round
11
Q
Het onderwerp
A
Topic
12
Q
De voeding
A
The food, the nutrition