VOC 3 Flashcards
WOORDENBOEK
aalglad - bn
bijzonder glad, bijzonder slim
aalmoes ( de)
gift aan een bedelaar
aalmoezenier (de) mv: aalmoezeniers
priester in het leger
aanbetaling (de)
de eerste betaling bij aankoop of afbetaling
aanbevelen vd
beval
aanblik (de)-m
uiterlijk bv: het gebied bood een troosteloze aanblik
aanboren
gaan gebruiken bv : een nieuwe belastingbron aanboren
aandrift (de) -m
inwendig gevoel dat tot handeling aanzet bv: hij had een dierlijke aandrift om..
aanfluiting (de)-v
1) bespottelijke toestand of ten schande brengen
2) bespotting
bv: het was een aanfluiting zoals hij erbij liep
belendend- bn
aangrenzend bv : het belendende huis was afgebrand
aanhalig
verlangend naar liefkozing, lief doend bv: hij heeft een aanhalige kat
aanhangig (bn)
nog niet beslist of afgedaan bv: de zaak werd aanhaling gemaakt bij het Europees hof
aanheffen ( - hief, geheven)
beginnen bv: het lied aanheffen
aanklacht (de) -v
1) een beschuldiging bij de bevoegde macht
2) beschuldiging bij de bevoegde macht
aanklager (de) m-v
iemand die aanklaagt
openbare aanklager: iemand die namens de staat procedeert in strafzaken
aankleding (de) v
de manier waarop iets wordt uitgebeeld of voorgesteld
primauteit
Het volksbelang heeft de primauteit op de staatsinrichting. superioriteit / voorrang
in casu
in dit geval
in concreto
in dit specifieke geval
in abstracto
theoretisch gezien of afgezien van omstandigheden
genotzucht
het sterk gericht zijn op genot
behaagzucht
sterk verlangen om in de smaak te vallen
gewichtig
belangrijk, bv hij doet gewichtig over deze zaak.
de ascese
het bewust heel eenvoudig leven, onthouding van alle zinsgenot uit religieuze overweging. bv de nonnen leefden in ascese