Voc Flashcards
Amare
O beminnen, houden van
Certare
O strijden
Clamare
O Roepen
curare
O verzorgen, zorgen voor
dare
O geven
expectare
O (op)wachten, verwachten
intrare
O binnengaan
navigare
O varen
nuntiare
O melden
pugnare
O vechten
rogare
O vragen
sperare
O hopen op
stare
O staan, blijven staan
monere
eo waarschuwen
habere
eo hebben, beschouwen als
timere
eo vrezen, bang zijn
videre
eo zien
providere
eo voorzien, zorgen voor
tegere
O bedekken, beschermen
cedere
o gaan, wijken
accedere
+dat O naderen
discedere
O uiteengaan, weggaan
procedere
O vooruitgaan
ducere
O leiden
aducere
O brengen naar
deducere
O naar beneden brengen, wegbrengen
ponere
O plaatsen, neerleggen
componere
O samenplaatsen, opstellen
deponere
O neerleggen
exponere
O buitenzetten, uiteenzetten
imponere
O plaatsen op, opleggen
dicere
O zeggen, spreken