VO.1 en 2 en ZO.3 Flashcards
Dysmorfologie en embryogenese
Wat heb je nodig voor dysmorfologisch onderzoek?
- tijd, interesse, precisie
- centimeter
- curves met normaalwaarden
- fototoestel
- literatuur en databases
Welk dysmorfologisch onderzoek doe je aan de schedel?
- schedelomtrek
- cephale index
- schedelvormen
- vorm gelaat
Wat is de cephale index?
verhouding tussen links-rechts diameter en voorachterwaartse diameter, in procenten
Waar let je op bij de vorm van het gelaat?
rond, ovaal, vierkant, langwerpig, driehoekig of vlak
Welk dysmorfologisch onderzoek doe je aan de ogen?
- stand
- positie
- oogkas
- vorm en grootte oogspleten
- vorm oogleden
- vorm/kleur/postie pupil en iris
- ICD
-OCD
Wat is de ICD?
afstand tussen binnenooghoeken
Wat is de OCD?
afstand tussen buitenooghoeken
Wat is een primaire telecanthus?
afstand tussen pupillen normaal, maar ICD is te klein
Wat is een hypotelorisme?
afstand tussen pupillen, ICD en OCD zijn te klein
Wat is een hypertelorisme?
afstand tussen pupillen, ICD en OCD zijn te groot
Welk dysmorfologisch onderzoek doe je aan de oren?
- vorm
- positie
- stand
Wanneer is het oor gedraaid?
> 15 graden
Wanneer is er een afstaand oor?
> 15 graden
Welk dysmorfologisch onderzoek doe je aan de neus?
- lengte
- breedte
- verzonken vs uitstekend
- neusbrug
- glabella
- neuspunt
- neusgaten
- columella
- neusvleugels
- philtrum
Welk dysmorfologisch onderzoek doe je aan de handen?
- handlijnen
- duim/pinkmuis
- verhoudingen palm en vingers
- verhoudingen individuele phalangen
- stand/vorm vingers
- nagels
- nagelriemen
- lunulae
- extensieplooien
- vuist maken ter beoordeling MCP-gewrichten