Vitaminen Flashcards

1
Q

Vetoplosbare vitaminen:

A
  • vit A (retinal)
  • vit D2 (ergocalciferol)
  • vit D3 (cholecalciferol)
  • vit E (tocopherol)
  • vit K (K1 = phylloquinone, K2 = menaquinone)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wateroplosbare vitaminen:

A
  • vit B 1-2-3-5-6-7-9-12

- vit C (ascorbinezuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Chemische benaming vitamine B1

A

thiamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chemische benaming vitamine B2

A

riboflavine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chemische benaming vitamine B3

A

niacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Chemische benaming vitamine B5

A

pantotheenzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Chemische benaming vitamine B6

A

pyridoxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chemische benaming vitamine B7

A

biotine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Chemische benaming vitamine B9

A

foliumzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chemische benaming vitamine B12

A

cyanocobalamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functies vitamine A (retinal)

A
  • zet trans-retinol om naar cis-retinol naar cis-retinal => cis retinal + opsine => rhodopsine = lichtgevoelige fotoreceptor in het oog
    => VIT A zorgt vr zicht bij schemering & lichtperceptie
  • belangrijk bij instandhouding & integriteit van epitheel en slijmvliezen
  • ((vage associaties met immuniteit & fertiliteit))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bronnen van vitamine A (retinal)

A

DIRECT: enkel dierlijke vetten

  • melkvet
  • eidooier
  • lever

INDIRECT
- carotenoïden (maïs, insecten, crustacae)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Provitaminen voor vitamine A =

A

carotenoïden –> binnen de carotenoïden heb je da carotenen welke echt omzetbaar zijn in vit A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bronnen van carotenoïden

A
  • maïs (uitzondering want in meeste planten heel weinig carotenoïden)
  • insecten & crustacae zoals bvb rivierkreeftjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stof is nodig voor de metabolisatie van vit A ?

A

zink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kat en vitamine A

A

kat kan carotenen niet omzetten nr vit A dus moet het doen met vit A uit dierlijke bronnen => obligaat carnivoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Functie van vitamine D (actieve vorm = calcitrol)

A
calciumhomeostase!! 
calcitrol bindt op intracellulaire R die Ca transporteren
- expressie ca-bindend eiwit in darm 
- resorptie van Ca thv nier 
- vrijstelling van Ca uit botten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bronnen van vitamine D (actieve metaboliet calcitrol)

A

DIRECT:

  • visolie
  • eidooier
  • melk

INDIRECT: provitaminen

  • vit D3 (cholecalciferol) = dierlijke precursor
  • vit D2 (ergocalciferol) = plantaardige precursor
19
Q

Metabolisatie vit D

A

VITD3

  • 7-dehydrocholesterol w gesynthetiseerd in lichaam
  • oiv UV w 7-dehydrocholesterol omgezet tot vit D3 = cholecalciferol -> vit D3 w in de lever gehydrolyseerd tot 25hydroxycalciferol => omzetting tot calcitrol

VIT D2
- obv ergosterol ku dieren ergocalciferol = VIT D2 aanmaken -> dmv UV (zonlicht) omgezet in calcitrol

20
Q

Intoxicatie vitamine A; voorkomen

A

komt niet voor als je voeding geeft dat aan normale normen voldoet, mr kan je bvb wel krijgen als je kat elke dag lever geeft

21
Q

Deficiënties vitamine D; voorkomen + gevolgen

A
  • zelden bij grazend dier want voldoende zonlicht

DEFICIENTIE =>

  • rachitis (beenmalformaties, fracturen) bij opgroeiende dieren
  • osteomalacie (verweking van gevormde bot) bij volwassen dieren
22
Q

Intoxicatie vitamine D; gevolgen

A
  • calcinose (= kalkafzetting in bindweefsel) in nieren en vaatwanden
  • botresorptie
23
Q

Chemische benaming vitamine E

A

tocopherol

24
Q

Bronnen van vitamine E

A

(geen endogene aanmaak!)
- kiemolie, plantaardige olie
- lever, vet (stapelorganen vit A)
(vit E w enkel aangemaakt door planten, mr zit ook in dierlijke bronnen omdat die vitamine E he gegeten)

25
Q

de behoefte aan vit E hangt samen met

A

de opname van poly onverzadigde vetzuren -> hoe meer PUFA opname, hoe groter de behoefte aan vitamine E

26
Q

Antioxidanten:

A
  • vit A
  • vit C
  • vit E
  • matallo-enzymen
  • selenium
27
Q

Deficiëntie vitamine E; gevolgen/symptomen

A
  • spierdegeneratie (dikbillen extra gevoelig, stijfheid, spierpijn, myoglobine in urine bij paard, stiff lamb disease bij schaap, leverruptuur bij varken, mulbery heart disease)
  • immuniteitsstoornissen
  • vruchtbaarheidsstoornissen
28
Q

Werking van antioxidanten

A

antioxidanten ku de schadelijke werking van vrije radicalen beperken => dit is belangrijk want vrije radicalen zorgen voor oxidatie van cellen in het lichaam (vernietigend effect)

29
Q

bronnen van vrije radicalen

A
  • stofwisselingsprocessen in het lichaam: bvb vetverbranding in peroxisomen, immunologische processen, lekkage bij elektronentransport
  • te lang in de zon zitten
  • roken
    ,…
30
Q

Bronnen vitamine K

A
  • aangemaakt door planten & bacteriën => aanwezig in groene gewassen
  • in dierlijke producten: eidooier, lever, vis
  • belangrijkste bron = endogene aanmaak
31
Q

functie vitamine K

A

vit K synthetiseert stollingsfactoren id lever

32
Q

voorkomen vitamine K deficiënties

A

deficiënties zijn heel zeldzaam want endogene aanmaak is meestal voldoende

  • komst soms wel voor bij kippen want kort caecaal systeem
  • kan ook voorkomen als te lang antibiotica gegeven w of bij flora problemen
33
Q

bronnen vitamine B1 (thiamine)

A
  • plantaardige bronnen: aleuronlaag van granen, wortels, bladeren,…
  • dierlijke producten: lever, nier, eidooier
  • endogene aanmaak door micro-organismen in dieren
34
Q

wat is de grote ‘maar’ bij vitamine B1

A

vit B1 = labiel ! -> w gedeeltelijk geïnactiveerd bij extrusieprocessen

35
Q

Deficiëntie vitamine B1; voorkomen

A
  • w nog regelmatig gezien bij dieren, niet meer bij mensen
  • zelden primaire deficiëntie want ruim voorzien in meeste plantaardige en dierlijke producten
  • kan secundair veel voorkomen
    • > zeldzaam bij kleine huisdieren, mr mogelijk door eten van rauwe vis en schaaldieren want die bevatten thiaminase => afbraak vit B1
    • > kan bij runderen voorkomen, vooral bij kalveren want verstoorde penswerking => minder endogene aanmaak
    • > kan bij EQ voorkomen door eten van adelaarsvaren
36
Q

algemene symptomen bij vitamine B1 deficiëntie

A
  • anorexie, vermagering
  • spierzwakte
  • dysfunctie van zenuwstelsel
37
Q

is choline een vitamine?

A

choline = quaternaire ammoniumverbinding
- w tot de vitaminen gerekend omdat het ook in kleine hoeveelheden nodig is om dieren goed te laten functioneren, mr is een eerder een structureel vitamine en geen katalysator zoals andere vitaminen

38
Q

Bronnen van choline

A
  • plantaardig: groenvoer, gisten, granen

- dierlijk: natuurlijke vetten

39
Q

voorloper van choline

A

methionine

40
Q

functies choline

A
  • acetylcholine = neurotransmitter
  • onderdeel van membranen en lipoproteïnen (fosfatidylcholine & lecithine)
  • methyldonor voor transmethylaties
41
Q

Functies vitamine C (ascorbinezuur)

A
  • antioxidant => beperkt schadelijke werking van vrije radicalen
  • collageensynthese
  • ijzertransport
42
Q

Symptomen vitamine C deficiëntie

A
  • scheurbuik
  • oedeem
  • diarree
43
Q

is vitamine C diëtisch essentieel

A

bij de meeste dieren niet;

endogene aanmaak uit glucose-glucuronzuur