VGT 7 - Ethiek

Question 1

Norm

Answer 1

Regels, vloeit voort uit waarden. Bv. hier niet roken.

Question 2

Waarde

Answer 2

Iets wat belangrijk is en nastrevenswaardig, je kan ernaar leven (niet nastreven). bv: gezondheid

Question 3

descriptieve ethiek

Answer 3

Welke normen en waarden gelden in een bepaalde samenleving/groep

Question 4

Normatieve ethiek

Answer 4

Hoe zijn de normen en waarden theoretisch te verantwoorden.

Question 5

deontologische theorieën

Answer 5

handelen is moreel juist wanneer ze worden verricht uit plicht (uit de norm). Intentie is belangrijk niet het doel.

Question 6

teleologische theorieën

Answer 6

het stellen van een bepaald doel is nastrevenswaardig of zelfs verplicht. Het doel is belangrijk.

Question 7

Meta ethiek

Answer 7

normatieve ethiek analyseren

Question 8

Hippocratische traditie

Answer 8

teleologisch van aard: goeddoen en niet schaden

Question 9

Levensbeschouwelijke traditie

Answer 9

deontologisch van aard: eerbied voor het leven, een individu verdient bescherming en respect. (geen euthanasie/abortus)

Question 10

Verlichtingstraditie

Answer 10

deontologisch van aard: respect voor autonomie

Question 11

Implied consent

Answer 11

Bij spoedbehandeling, mag toestemming verondersteld worden.

Question 12

wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)

Answer 12

Hiërarchische wettelijke vertegenwoordigers: curator, mentor, bewindvoerder (door echter benoemd), schriftelijke bemachtigde (door pt zelf), echtgenoot, ouder/kind.

Question 13

Mentor

Answer 13

neemt beslissing op persoonlijk vlak

Question 14

bewindvoerder

Answer 14

neemt beslissing op financieel vlak

Question 15

curator

Answer 15

neem beslissing op persoonlijk als financieel vlak

Question 16

Verschoningsrecht

Answer 16

Arts hoeft geen getuigenis af te leggen en beroept zich op dit recht (dmv zwijgplicht en beroepsgeheim). ook een afgeleide vorm van bv de portier van de SEH.

Question 17

Doorbreken beroepsgeheim

Answer 17

1. verplicht door wetgever, 2. toestemming pt, 3. arts in conflict met plichten

Question 18

Niet-natuurlijke dood

Answer 18

ongeval, verdrinking, verstikking, verslikking, geweld, overdosis, suïcide, euthanasie, hulp bij zelfdoding, zwangerschapsafbreking > 24wkn, overlijden door (para)medische fout.

Question 19

Lijkschouwing minderjarige

Answer 19

altijd contact opnemen met lijkschouwer

Question 20

Informatief arts-pt relatie

Answer 20

arts is technische expert, pt maakt keuzes, arts geeft feiten. zelfbeschikking pt en objectiviteit arts is nodig.

Question 21

Interpretatief arts-pt relatie

Answer 21

arts ondersteund keuzeproces, pt moet gemotiveerd zijn om eigen keuze te maken

Question 22

Deliberatief arts-pt relatie

Answer 22

arts is raadgever en voed discussie, pt spil van discussie. moet transparantie en symmetrie zijn.

Question 23

Paternalistische arts-pt relatie

Answer 23

arts bevorderd welzijn en is leidsman, pt object van zorg, moet tevredenheid zijn

Question 24

Wet bopz

Answer 24

vervangen door Wet zorg en dwang en wet verplicht ggz

Question 25

Rechterlijke machtiging

Answer 25

echtgenoot/ouders.vertegenwoordiger pt kan bij officier van justitie verzoek indienen voor dwangmatige opname, 6mnd

Question 26

Inbewaringstelling

Answer 26

bij onmiddellijk dreigend gevaar, burgemeester, 3wkn

Question 27

Middelen en maatregelen

Answer 27

max 7 dgn, alleen n nood. afzondering, fixatie, medicatie, toediening vocht/infuus/