verstekende voorvoegsels Flashcards
1
Q
bleek=
A
lijkbleek
2
Q
gezond=
A
kerngezond
3
Q
net=
A
kraaknet
4
Q
helder=
A
glashelder
5
Q
koud=
A
ijskoud
6
Q
licht
A
vederlicht
7
Q
nat
A
kletsnat
8
Q
vast=
A
muurvast
9
Q
ziek=
A
doodziek
10
Q
zwaar
A
loodzwaar