school taal Flashcards
1
Q
actueel=
A
wat op dit moment belangrijk is
2
Q
aantonnen=
A
laten zien dat het zo is
3
Q
conclusie=
A
het besluit
4
Q
construeren=
A
bouwen
5
Q
gemeen hebben
A
wat hetzelfde is
6
Q
marge=
A
witte ruimte naast text
7
Q
onderscheiden=
A
herkennen
8
Q
presenteren
A
laten zien aan anderen
9
Q
produceren=
A
zorgen dat iets onstaat
10
Q
vergelijking=
A
kijken naar verschillen en overneekomsten