verhaalbouwstenen (vraag 21,25,32 + pp tem 6) Flashcards
synoniem protagonist
hoofdrolspeler
synoniem antagonist
tegenspeler
synoniem nevenfiguren
figuranten
synoniem hoofdrolspeler
protagonist
synoniem tegenspeler
antagonist
synoniem figuranten
nevenfiguren
typetje
personage dat met één karaktertrek gedefinieerd kan worden
2 soorten karakters
- round character
- flat character
flat character
heeft onveranderlijk karakter in verhaal
round character
deze personage maakt een karakterontwikkeling mee
3 keuzes bij tijdskader
- verleden
- heden
- toekomst
verteltijd
tijdsduur die nodig is om verhaal te lezen of vertellen
vertelde tijd
tijdsverloop waarbinnen het verhaal zich afspeelt
chronologische vertelling
auteur vertelt in chronologische volgorde wat eerst, daarna enzoverder gebeurd
niet-chronologische vertelling
auteur gebruikt flashbacks of flashforwards