Verbs Irregulares 2.0 Flashcards
Geven
Dar
Ik geef
Yo Doy
Jij geeft
Tu Das
Hij/zij geeft
El Ella Usted da
Wij geven
Nosotros damos
Jullie geven
Vosotros dais
Zij geven
Ellos dan
Raken/hit
Acertar
Ik raak
Acierto
Jij raakt
Aciertas
Hij/zij raakt
Acierta
Wij raken
Nosotros acertamos
Jullie raken
Vosotros acertáis
Zij raken
Aciertan
Vertellen
Contar
Ik vertel
Cuento
Jij vertelt
Cuentas
Hij/zij/u vertelt
Cuenta
Wij vertellen
Nosotros contamos
Jullie vertellen
Vosotros contáis
Zij vertellen
Cuentan
Zijn (tijdelijk)
estar
Ik ben
estoy
Jij bent
Estás
Hij/zij/u bent
Está
Wij zijn
Estamos
Jullie zijn
Estáis
Zij zijn
Están
Actuar
Handelen, to act
Ik handel
Actúo
Jij handelt
Actúas
Hij/zij/u handelt
Actúa
Wij handelen
Actuamos
Jullie handelen
Actuáis
Zij handelen
Actúan
Beginnen
Comenzar
Ik begin
Comienzo
Jij begint
Comienzas
Hij/zij/u begint
Comienza
Wij beginnen
Comenzamos
Jullie beginnen
Comenzáis
Zij beginnen
Comienzan