Verbintenissen uit overeenkomst Flashcards

1
Q

Wat is het contractenrecht?

A

Het geheel van regels op basis waarvan partijen (via tussenkomst van de
overheid) afdwingbare afspraken kunnen maken om zo in (relatieve) vrijheid
hun rechtspositie ten aanzien van anderen vorm te kunnen geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een overeenkomst?

A

Een contract, of overeenkomst, is een wilsovereenstemming tussen twee of meer
personen met de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tweepartijencontract

A

een tweepartijencontract kan meerdere partijen bevatten als
zij dezelfde belangen delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

meerpartijenovereenkomst

A

Er is sprake van een meerpartijenovereenkomst als er meer dan twee
groepen partijen zijn met tegengestelde of onderscheiden belangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consensuele overeenkomsten:

A

contracten die tot stand komen door de loutere toestemming van de
partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zakelijke overeenkomsten

A

Contracten die tot stand komen doordat, naast de consensus, ook het voorwerp van het contract aan de schuldeiser wordt overhandigd (bv. Bruiklee)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Plechtige of vormelijke overeenkomsten

A

Contract waarvan de geldigheid aan bepaalde vormvereisten is
onderworpen (bv. Schenking (931 OBW), hypotheekstelling (76
hypotheekwet), subrogatie op vraag van de schuldenaar (1250, 2° OBW)
en borgtocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vergeldende of kanscontracten

A

Heeft betrekking op de vraag of de gelijkwaardigheid van de
prestaties van beide partijen bij de contractsluiting kan worden
ingeschat
* Belang: benadeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overeenkomsten intuitu personae / intuitu firmae

A

Betreft overeenkomsten die worden gesloten om de persoon van de
wederpartij
* Belang: overerfbaarheid/overdraagbaarheid/dwaling omtrent persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoemde contracten

A

Zijn geregeld in de wetgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onbenoemde contracten

A

Hebben door de partijen een inhoud gekregen die wezenlijk
verschilt van de in de wetgeving benoemde overeenkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gemengde contracten

A

Zijn contracten die elementen van verschillende benoemde
contracten bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aflopende contracten

A
  • Een contract dat een of meerdere verbintenissen omvat die ineens moeten worden uitgevoerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Duurcontracten

A

Een contract dat een of meerdere verbintenissen omvat die gedurende het verloop van een bepaalde of een onbepaalde duur lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overeenkomsten van lange duur

A

Bijv. samenwerkingscontracten in het bedrijfsleven die intensieve
en langdurige samenwerkingen in het leven roepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoofdcontracten en bijkomende contracten

A

Een hoofdcontract staat op zichzelf terwijl een bijkomend contract een contract is waarvan het bestaan en de nakoming afhankelijk is van het hoofdcontract (bv. Pand-, hypotheek- of
borgovereenkomst

17
Q

Raamcontracten en voorovereenkomsten

A

Een raamcontract of kaderovereenkomst is een contract waarbij partijen het algemeen kader vaststellen waarbinnen ze later overeenkomsten zullen sluiten
* Een voorovereenkomst is een overeenkomst die is gericht op het sluiten van één latere overeenkomst (bvb. contractbelofte)