Totstandkoming van de overeenkomst Flashcards
De geldigheidsvoorwaarden: De toestemming
Wilsovereenstemming vereist:
* de uiting of de veruiterlijking door minstens twee personen van hun wil
* die volwaardig is
* die het doen ontstaan van rechtsgevolgen beoogt
* die gericht is tot de partij met wie men wenst te contracteren
Deze wilsovereenstemming moet bereikt worden over de
hoofdbestanddelen van het contract.
Drie problemen rond wilsovereenstemmin
- De wilsgebreken (5.33 BW)
* Dwaling, bedrog, geweld, misbruik van omstandigheden en benadeling
* art. 1118 BW benadeling - De afwezigheid van toestemming (5.31 BW)
* dronkenschap
* wilsverhinderende dwaling - De discrepantie tussen de werkelijke en de verklaarde wil
* Tempering door vertrouwensleer
* Veinzing/simulatie
Dwaling: voorwaarden
Dwalen is een verkeerde voorstelling hebben van de werkelijkheid(feiten of recht), zij kan alleen dan een wilsgebrek uitmaken als zij:
- plaatsvindt op het ogenblik van de contractsluiting
- essentieel of substantieel is
- zodanig dat zonder dit element het contract niet zou zijn gesloten
- en mits is voldaan aan het kenbaarheidsvereiste (precontractuele spreekplicht)
- verschoonbaar is (onderzoeksplicht/informatieplicht)
Dwaling: gevolgen
Relatieve nietigheid
* Rechter kan de dwaling niet ambtshalve opwerpen
* Rechter kan de contractvoorwaarden niet aanpassen Indien de dwaling werd veroorzaakt door een precontractuele fout van de wederpartij, dan kan de dwalende partij een aanvullende schadevergoeding eisen
* Of: afzien van nietigheidsverklaring en alleen een schadevergoeding vragen
Bedrog: begrip
Er is sprake van bedrog wanneer één der partijen bij de contractsluiting
kunstgrepen aanwendt en bewust de wederpartij doet dwalen om haar
zodoende aan te zetten tot het aangaan van de overeenkomst.
Materieel element:
Er moeten kunstgrepen of listen worden aangewend
Die uitgaan van de medecontractant
* Medeplichtige wordt gelijkgesteld met medecontractant (cf. 5.33,
derde lid BW)
* De derde kan aangesproken worden op basis van artikel 1382 OBW
Bedrog: voorwaarden
Moreel element
De kunstgrepen of listen moeten de bewuste bedoeling hebben om de bedrogene te misleiden en aan te zetten tot contracteren
* Partij die bedrog inroept moet kwade trouw van de wederpartij bewijzen
* De kunstgrepen moeten doorslaggevend zijn voor het sluiten van de overeenkomst
* Merk op: onderscheid hoofdbedrog en incidenteel of bijkomend bedrog
Bedrog: gevolgen
Bij hoofdbedrog:
Relatieve nietigheid
Indien de nietigverklaring de bedrogene niet volledig schadeloos stelt, kan hij een aanvullende schadevergoeding vorderen
De bedrogene kan zich ook tevreden stellen met een loutere schadevergoeding
Bij incidenteel bedrog:
Vordering in schadevergoeding wegens precontractuele fout
Geweld: begrip
Geweld of dwang bestaat uit het uitoefenen
van een fysieke of morele dwang, minstens
uit de dreiging ermee, ten aanzien van een
persoon, zijn eer of zijn vermogen, dan wel
ten aanzien van zijn naasten.
Daarbij moet de dwang aangewend worden
om een persoon aan te zetten tot het sluiten
van een contract.
Geweld: gevolgen
- Relatieve nietigheid
- Contractant die slachtoffer was van geweld kan de nietigheid pas bevestigen als er een eind is gekomen aan het geweld (1115 OBW)
- Als het geweld werd uitgeoefend door een derde, kan het slachtoffer ook een schadevergoeding van de derde vorderen als het geweld een fout
oplevert in de zin van artikel 1382 OBW
Benadeling
Er is sprake van benadeling wanneer er bij een overeenkomst onder bezwarende titel, die ook vergeldend is, een aanzienlijk onevenwicht bestaat tussen de wederzijds bedongen prestaties.
Dit onevenwicht moet bestaan ten tijde van de contractsluiting (is verschil met imprevisie)
Gekwalificeerde benadeling
Cass. 9 november 2012: erkenning van gekwalificeerde benadeling
als er sprake is van:
Een manifeste wanverhouding (feitelijke gelijkwaardigheid
prestaties nagaan)
Misbruik van omstandigheden
Een causaal verband
De handelingsbekwaamheid
(niet ontvoogde) minderjarigen -> relatieve nietigheid / benadeling
Meerderjarigen wier gezondheidstoestand een behoorlijke zelfstandige
belangenbehartiging niet toelaat
Verkwisters
Het voorwerp
Het voorwerp van een rechtshandeling betreft het concrete rechtsgevolg
dat de handelende partij(en) beoogt/beogen (5.46, eerste lid BW)
Voorwerp van de overeenkomst ≠ Voorwerp van de verbintenis
Het voorwerp: geldigheidsvoorwaarden
Het voorwerp van de bij overeenkomst aangegane verbintenis(sen)
moet bestaan of ten minste kunnen bestaan (5.47 BW
Het voorwerp moet geoorloofd zijn (5.51 BW)
Het voorwerp moet, wat de hoofdbestanddelen van de overeenkomst
betreft, bepaald of bepaalbaar zijn (5.49 BW)
De invulling van het oorzaakbegrip
Art. 5.53 BW:
De oorzaak bestaat uit de determinerende beweegredenen die elke partij
ertoe hebben bewogen om het contract te sluiten voor zover die gekend
waren of behoorden te zijn door de andere partij.
De beweegredenen moeten gemeenschappelijk zijn
Afwijking van het huidig recht waarin de ongeoorloofde oogmerken in
hoofde van één partij volstaan om de geldigheid van de overeenkomst
aan te tasten, ook al waren ze ongekend door de andere partij