VEILIGHEID Flashcards

1
Q

Wat zijn Europese richtlijnen en wie vaardigt ze uit?

A

Europese richtlijnen bevatten minimumeisen en worden uitgevaardigd door de Europese Raad en het Europees Parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden Europese richtlijnen omgezet in nationale wetgeving in België?

A

federaal of gewestelijk omgezet in wetten en/of decreten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen economische en sociale richtlijnen?

A

Economische richtlijnen worden integraal overgenomen, terwijl sociale richtlijnen worden omgezet in nationale wetgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is CE-markering?

A

Een markering die aangeeft dat een product voldoet aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is CE-markering een kwaliteitslabel?

A

Nee, CE-markering is geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de Seveso-richtlijn?

A

Een richtlijn gericht op het voorkomen van zware ongevallen bij bedrijven met gevaarlijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie voorwaarden voor een zwaar ongeval volgens de Seveso-richtlijn?

A

Ongecontroleerde ontwikkeling, ernstig gevaar voor mens of milieu, en betrokkenheid van gevaarlijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is VCA en wat is het doel ervan?

A

VCA staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers. Het doel is de veiligheid op de werkvloer te waarborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen VCA*, VCA**, en VCA-P?

A

VCA*: Gericht op directe veiligheid bij kleinere bedrijven.
VCA: Gericht op grotere bedrijven met onderaannemers.
VCA-P: Voor bedrijven in petrochemische sector met extra eisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent VCU?

A

Veiligheid en Gezondheid Checklist Uitzendorganisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een B-VCA certificaat?

A

Een basisveiligheidscertificaat dat 10 jaar geldig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent VOL-VCA?

A

Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 7 welzijnsdomeinen van de welzijnswet?

A

1 Arbeidsveiligheid
2 Bescherming van de gezondheid
3 Psychosociale belasting
4 Ergonomie
5 Arbeidshygiëne
6Verfraaiing van de werkplaatsen
7 (Leef)milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 3 algemene preventiebeginselen.

A

1Risico’s voorkomen
2Evaluatie van risico’s die niet kunnen worden voorkomen
3Bestrijding van risico’s bij de bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen ARAB en CODEX?

A

ARAB bevat voornamelijk gedetailleerde middelenvoorschriften, terwijl CODEX lossere structuur en rechtsnormen heeft die de werkgever zelf invult.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de stappen in een dynamisch risicobeheersingssysteem? (6)

A

1 Plannen van beleid
2Uitwerken op basis van 3risicoanalyse
4Uitvoeren van beleid
5Evalueren resultaten
6Bijsturen van beleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wie stelt het jaarverslag op?

A

De preventieadviseur in samenwerking met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het vertrekpunt van het V&G-jaarplan?

A

De Risico-Inventarisatie en -Evaluatie of Taak Risico Analyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Voor welke periode wordt het globaal preventieplan opgesteld?

A

Voor een termijn van 5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wie legt de welzijnswet rechten en plichten op?

A

Aan werkgevers, werknemers, uitzendkrachten, stagiaires en gelijkgestelde werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noem 3 verplichtingen van de werkgever volgens de welzijnswet.

A

1 Zorgen voor veiligheid en gezondheid van werknemers
2 Voorkomen van beroepsrisico’s
3 Passende opleiding en instructie geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt specifieke voorlichting bij onthaal van nieuwe werknemers in?

A

Instructies over risico’s eigen aan het werk en preventiemaatregelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de effecten van alcohol- of druggebruik op de werkvloer? (2)

A

1 Verminderde waakzaamheid en inschattingsvermogen
2 Drempelverlagend en grensoverschrijdend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wie behoort tot de hiërarchische lijn en wat zijn hun verplichtingen?

A

Iedereen die ordes mag of moet geven behoort tot de hiërarchische lijn. Ze moeten instructies geven, controles uitvoeren, nieuwe werknemers begeleiden, arbeidsmiddelen controleren, opleidingen organiseren en ongevallen onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de rechten van een werknemer bij dreigend gevaar?
De situatie onmiddellijk melden aan de chef, zelf maatregelen nemen, en het werk onderbreken en in veiligheid brengen.
26
Welke plichten heeft een werknemer?
Instructies opvolgen, PBM correct gebruiken, machines op de juiste wijze bedienen, en collega’s aanspreken op onveilig gedrag.
27
Welke werken mogen jongeren jonger dan 18 jaar niet uitvoeren?
Slopen van gebouwen en gevaarlijke machines bedienen. Uitzondering: stagiairs en jongeren met een leercontract.
28
Wat is het doel van gezondheidstoezicht op werknemers?
Primaire preventie (risico’s uitschakelen), secundaire preventie (vroegtijdige opsporing van gezondheidsproblemen), tertiaire preventie (gezondheidsschade beperken).
29
Wat moet een veiligheids- en gezondheidsplan bevatten?
Risicoanalyses, preventiemaatregelen, afspraken over veiligheid, en schriftelijke overeenkomsten voor aanvang van de werken.
30
Wat is het doel van het coördinatiedagboek?
Alle relevante beslissingen en opmerkingen betreffende veiligheid en gezondheid op de werf documenteren.
31
Wat is het postinterventiedossier en wat bevat het?
Een verplicht document voor veiligheid bij latere werken. Bevat structurele elementen, as-built plannen, technische informatie en materiaalidentificatie
32
Wanneer moet er een coördinatiestructuur worden opgericht?
Bij werken > €2,5 miljoen, >5.000 mandagen of op gemotiveerd verzoek van de coördinator-verwezenlijking.
33
Wie maakt deel uit van een vergadering volgens de wetgeving over bouwplaatsen? (8)
1 Opdrachtgever of vertegenwoordiger 2 Coördinator-verwezenlijking 3 Aanwezige aannemers of hun vertegenwoordigers 4 Bouwdirectie belast met uitvoering (aannemer) 5 Bouwdirectie belast met controle (architect) 6 Vertegenwoordiger van comité PBW 7 Preventieadviseurs (indien nodig) 8Andere uitgenodigde personen door opdrachtgever
34
Wat wordt bedoeld met een kritieke fase op een bouwplaats? Geef twee voorbeelden.
Een fase waarop risico-overdracht plaatsvindt tussen actoren. Voorbeelden: 1 Opkomst van een volgende aannemer (bv. dakwerker na ruwbouwaannemer) 2 Beëindiging van een aannemer die een restrisico achterlaat (bv. collectieve beveiliging na ruwbouwfase)
35
Wat moet er verplicht in het arbeidsreglement staan met betrekking tot geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag? (3)
1Naam vertrouwenspersoon 2Klachtenprocedure 3Sancties die kunnen worden opgelegd
36
Wat zijn de verplichtingen van een werkgever op het vlak van eerste hulp? (4)
1Rekening houden met aard van activiteiten, risicoanalyse, aantal werknemers 2Eerste hulp zo snel mogelijk verlenen 3Zorgen voor vervoer naar gespecialiseerde diensten 4Procedures en middelen voorzien
37
Wat zijn de bevoegdheden van inspecteurs bij toezicht op de werkplaats? (4)
1Toegang tot werkplaatsen zonder voorafgaande waarschuwing 2Proces-verbaal opstellen 3Geldboetes opleggen 4Tact, discretie en onpartijdigheid tonen
38
Wanneer is uitzendarbeid toegelaten? (5)
1Vervanging van een vaste werknemer 2Tijdelijke vermeerdering van werk 3Uitzonderlijk werk 4Artistieke prestaties 5Erkende tewerkstellingsprojecten
39
Noem twee verboden activiteiten voor uitzendkrachten.
1Afbraak en verwijderen van asbest 2Werkzaamheden i.v.m. reglementering van begassingen
40
Wat is een werkpostfiche?
Een document met informatie over de werkpost, verplicht bij bijzondere risico’s waarvoor medisch onderzoek vereist is.
41
Wat betekent VCU?
Veiligheid Checklist Uitzendorganisaties – een keurmerk voor veiligheid bij uitzendwerk.
42
Wat zijn de vier stappen van preventiehiërarchie?
1Risico’s uitschakelen bij de bron 2Gevaren isoleren of afschermen 3Collectieve beschermingsmiddelen gebruiken 4Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken
43
Wat is een LMRA?
Laatste Minuut Risico Analyse – een korte veiligheidscheck voor aanvang van het werk.
44
Wat is het doel van een taakrisicoanalyse?
Inventariseren, analyseren en evalueren van risico’s om preventieve maatregelen te nemen bij specifieke risicovolle taken.
45
Wanneer wordt een risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) opgesteld? (3)
1Na een incident of ongeval 2Bij nieuwe werkprocedures 3Bij werkzaamheden met hoog risico
46
Wat is een incident?
Een ongewenste plotse gebeurtenis met of zonder schade tot gevolg
47
Wat is een arbeidsongeval?
Een ongewenste en plotselinge gebeurtenis tijdens het werk die een letsel veroorzaakt.
48
Geef voorbeelden van onveilige situaties.
Niet opgeruimde werkvloer, geblokkeerde vluchtwegen.
49
Wat zijn voorbeelden van onveilige handelingen?
Kapot gereedschap gebruiken, gereedschap onjuist gebruiken.
50
Wat is de Driehoek van Bird?
Door risicobeheersing te doen (inventariseren, evalueren, maatregelen nemen) verkleint men het risico op zware of dodelijke ongevallen.
51
Wat houdt de IJsbergtheorie in?
Veel risicovolle situaties en handelingen kunnen leiden tot ernstige of dodelijke ongevallen.
52
Wat moet je doen bij een ernstig ongeval?
Let op gevaar, waarschuw hulpdiensten, wacht op hulpdiensten, verander zo min mogelijk aan de plaats van het ongeval.
53
Wat zijn de vijf factoren van het M.U.O.P.O.-systeem?
Menselijke aspecten, Uitrusting, Omgeving, Product, Organisatie.
54
Wat is het doel van een feitenboomanalyse?
De basisoorzaken van een ongeval opsporen en maatregelen nemen om herhaling te voorkomen.
55
Noem twee principes van de theorie van Burkhardt.
Veilig gedrag stimuleren, onveilig gedrag afremmen.
56
vaste machines; Gevaar en mogelijke oorzaken: (4)
1Letsel door het happen van gereedschap of door het losschieten van een luchtslang 2Ontwrichting van hand en pols en kneuzingen door verkeerd gebruik 3Slecht onderhoud 4Afleiden van de bediener
57
vaste machines: Enkele belangrijke eisen waaraan de machine moet voldoen:
1CE-keurmerk: Enkel CE-gemarkeerde arbeidsmiddelen mogen op de markt gebracht worden. 2Indienststellingsverslag 3Noodstop (bereikbaar over de volledige werkzone) °Duidelijk zichtbaar en herkenbaar °De machine mag niet vanzelf heropstarten na gebruik van de noodstop. 4Nullastbeveiliging/nulspanningsschakelaar
58
vaste machines:Enkele belangrijke regels in verband met de bediening (7)
1Gebruiksinstructie bij de machine aanwezig 2Voldoende opleiding en ervaring 3Bewegingsruimte vrijhouden 4Geen loshangende kleding 5Verboden voor werknemers jonger dan 18 jaar 6Machinebeveiligingen niet uitschakelen of omzeilen 7Collega's niet storen
59
vaste machines:Onderhoudsregels: (3)
1Regelmatig onderhoud 2Gebruik vergrendelbare hoofdschakelaars met hangslot 3Enkel bevoegd personeel mag onderhoud uitvoeren
60
vaste machines: Werkplekregels: (2)
1Doorgangen rondom machines moeten minimaal 80 cm zijn 2Vloer schoonhouden
61
kolomboormachine gevaren: (3)
Losslaan Letsel door breken van de boor Verwondingen door panen
62
kolomboormachine preventiemaatregelen (8)
1Werkstuk vastzetten 2Geen losse handschoenen 3Voldoende snijvloeistof 4Oogbescherming 5Krullenkwast of krullenhaak gebruiken 6Nooit draaien met een geopende aandrijving 7V-riem niet verstellen tijdens gebruik 8 Gebruik doorzichtig scherm
63
vaste slijpmachine: gevaren
slijpmachine is gevaarlijk
64
vaste slijpmachine eisen (4)
1Slijpstenen perfect rond 2Afstand leunspaan tot slijpsteen max. 3 mm 3Zijkanten van stenen afgeschermd 4Beschermruitje aanwezig
65
vaste slijpmachine: preventiemaatregelen (4)
Deskundig personeel Nieuwe slijpstenen 1 minuut onbelast laten draaien Slijpbril en gehoorbescherming dragen Controleer de vervaldatum van slijpstenen
66
vaste opgestelde cirkelzaag gevaren (4)
Letsel door bewegende delen Letsel door wegvliegende delen Gehoorschade Gezondheidsklachten door stof
67
vast opgestelde cirkelzaag: eisen (3)
Geschikte beschermkap Bijpassend spouwmes Goed instelbare hulpgeleider
68
vast opgestelde cirkelzaag preventiemaatregelen: (2)
Juiste zaagdiepte Duwhout gebruiken
69
elektrisch aangedreven handgereedschap algemene maatregel: (3)
Nooit ombouwen Dubbele isolatie Dodemansknop gebruiken
70
handboormachine (4)
Veiligheidsbril dragen Boor regelmatig reinigen Werkstuk vastklemmen Dubbele isolatie
71
haakse handslijpmachine gevaren: (2)
Rondvliegende deeltjes Schadelijke dampen en stof
72
haakse handslijpmachine eisen: (3)
Dodemansknop Zijhandvat Beschermkap
73
haakse handslijpmachine veiligheidsmaatregelen (2)
Geschikte schijf gebruiken Slijpbril en gehoorbescherming dragen
74
handcirkelzaag eisen: (2)
Beschermkap Spouwmes
75
handcirkelzaag veiligheidsmaatregel
Voorkom dat de zaag klemt
76
kettingzaag risico's (2)
Gehoorschade Kick-back effect
77
kettingzaag eisen (2)
Terugslagbeveiliging Beschermkap voor handvat
78
kettingzaag onderhoud (3)
Regelmatig slijpen Snijolie gebruiken Zaagblad reinigen
79
pneumatisch handgereedschap maatregelen (3)
Gereedschap goed onderhouden Gehoorbescherming gebruiken Regelmatig pauzeren bij trillend werk
80
handgereedschap algemeen: (2)
Gereedschap scherp houden Correct gebruik (bijv. schroevendraaier alleen voor schroeven)
81
handgereedschap specifieke eisen (3)
Beitel zonder bramen Breekmessen inschuifbaar Snij van je lichaam weg
82
flenzen
zorgen voor afdichting tussen leidingen
83
hijswerktuigen en takels veiligheidsmaatregelen (3)
Recht omhoog hijsen Gebruiksaanwijzing volgen Regelmatige keuring
84
hijswerktuigen en takels aanslaan lasten: (2)
Periodieke inspectie Beschadigd materiaal niet gebruiken
85
hefwerktuigen vorkheftruck: (3)
Min. 18 jaar Veiligheidsgordel dragen Jobstudenten mogen geen heftruck besturen
86
hefwerktuigen verboden handelingen (2)
Overladen van de heftruck Personen vervoeren op de vorken
87
Wat is toxicologie?
Toxicologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de inwerking van lichaamsvreemde producten.
88
Wat is het verschil tussen acute en chronische blootstelling?
Acute blootstelling is een hoge dosis in korte tijd met onmiddellijke gevolgen, terwijl chronische blootstelling langdurig en herhaald is, vaak met vertraagde effecten zoals allergieën of kanker.
89
Wat is het verschil tussen systeemwerking en contactwerking?
Systeemwerking werkt via het bloed op organen; contactwerking beïnvloedt direct de huid, ogen of slijmvliezen.
90
Welke factoren beïnvloeden de ernst van vergiftiging door gevaarlijke stoffen?
Giftigheid van de stof, hoeveelheid, concentratie, conditie, gewicht en leeftijd van het slachtoffer.
91
Wat betekent MAC-waarde?
De maximale concentratie van een gevaarlijke stof in de omgevingslucht waaraan werknemers gedurende een werkdag mogen worden blootgesteld.
92
Wat zijn enkele effecten van gevaarlijke stoffen op het lichaam?
Hoofdpijn, duizeligheid, evenwichtsstoornissen, mutagene effecten en sensibilisatie.
93
Geef een voorbeeld van producten die schadelijk zijn voor de huid.
Cement, organische oplosmiddelen, en producten uit de rubber- en olie-industrie.
94
Wat zijn H- en P-zinnen?
H-zinnen duiden gevaren aan (Hazard), P-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen (Precaution).
95
Noem enkele locaties waar asbest kan worden aangetroffen.
Dak- en wandbeplating, rioolbuizen, brandwerende dekens, remvoeringen, warmte-isolatie.
96
Wat is de belangrijkste preventieve maatregel bij het werken met gevaarlijke stoffen?
Vervang gevaarlijke producten door niet-gevaarlijke producten (bestrijden aan de bron).
97
Wat zijn enkele vormen waarin gevaarlijke stoffen kunnen voorkomen?
Vast, gas, vloeistof, stoom, stofdeeltjes.
98
Wat zijn de belangrijkste maatregelen bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen?
Vermijd opname via mond, ademhaling, open wonden en huid.
99
Wat zijn mutagene stoffen?
Stoffen die schadelijke invloeden hebben op genen en kunnen leiden tot genetische afwijkingen bij nakomelingen.
100
Wat is het risico van koolstofmonoxide (CO)?
CO is geurloos, reukloos, zeer giftig en explosief.
101
Welke biologische stoffen kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken?
Legionella, hepatitis, tetanus, schimmels.
102
Welke maatregelen voorkomen blootstelling aan carcinogene stoffen?
Voer een risicoanalyse uit, vermijd blootstelling, gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
103
Waarom mag je niet op je reuk vertrouwen bij gevaarlijke stoffen?
Reuk kan verschillen per persoon, sommige stoffen zijn reukloos, en andere geuren kunnen gevaren maskeren.
104
Wat staat er op een MSDS-fiche?
Grenswaarden, samenstelling, opnamewijze, opslagwijze, gevaren, eerste hulp, etikettering.
105
Wat zijn enkele gezondheidsrisico's van asbest?
Huidirritatie, longaandoeningen, risico op kanker.
106
Welke maatregelen gelden bij werken met asbest?
Speciale erkenning, verbod op gebruik van snel bewegende toestellen, beheersprogramma's opstellen.
107
Wat is de hiërarchie van maatregelen bij gevaarlijke stoffen?
Vervangen → Aanpassen → Afschermen → Persoonlijke beschermingsmiddelen → Bewaken en informeren.
108
Wat zijn voorbeelden van producten met schadelijke huidwerking?
Cement, cyclische verbindingen, organische oplosmiddelen.
109
Wat moet je doen bij vermoeden van asbest?
Werk onmiddellijk stoppen en een monster laten nemen door een onafhankelijk labo.
110
Wat is het gevaar van kwartstof?
Kwartstof kan diep doordringen in de longen, de elasticiteit van het longweefsel aantasten en leiden tot stoflong of silicose.
111
Welke maatregelen verminderen blootstelling aan kwartstof? (3)
1Nat zagen 2Gereedschap met afzuiging 3Ademhalingsbescherming met P3-filter (of P2 bij afzuiging/nat werken)
112
Welke eisen gelden voor vast opgestelde reservoirs?
Ze moeten beveiligd zijn tegen over- en onderdruk, ontluchtingspijpen moeten uitmonden, en metalen reservoirs moeten geaard zijn.
113
Wat is belangrijk bij het vullen van reservoirs?
Een stevige, onbrandbare vloer moet rondom het reservoir geplaatst worden.
114
Welke materialen worden gebruikt voor ingegraven reservoirs?
Dubbelwandige metalen reservoirs, gewapende thermohardende kunststof of roestvrij staal.
115
Hoe moeten gasflessen opgeslagen worden? (3)
1Verticaal of met een helling van 30° 2Beschermd tegen zon en hittebronnen 3Met goede ventilatie (minstens 6x per uur)
116
Wat is belangrijk bij opslag van brandbare en oxiderende gassen?
Ze mogen niet naast elkaar geplaatst worden.
117
Wat geeft de gevarendiamant aan?
Een cijfer van 0 tot 4 geeft aan hoe groot het gevaar is (hoe hoger, hoe gevaarlijker).
118
witte vlak gevarendiamant
specifiek gevaar
119
gevarendiamant blauw stuk 2
gevaar voor gezondheid
120
gevarendiamant rode stuk 3
brandgevaar
121
gevarendiamant geel stuk 0
reactiviteit
122
Wat is ADR?
ADR bevat regels voor het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen.
123
Welke documenten zijn vereist bij ADR-vervoer?
Vervoersdocumenten, correcte verpakking, gewicht, en etikettering.
124
Wat zijn algemene veiligheidsregels?
Ze gelden voor iedereen op het terrein, inclusief aan- en afmelden, verkeersregels en afvalscheiding.
125
Wat is een werkvergunning?
Een formele toestemming voor werkzaamheden, met bindende afspraken en specifieke voorwaarden.
126
Wat staat er in een werkvergunning?
Geldigheidsduur, werkzaamheden, locatie, maatregelen, bekrachtiging, en verlengingsvoorwaarden.
127
Wat zijn enkele bijzondere werkvergunningen? (4)
1Koudwerkvergunning 2Vuurvergunning 3Vergunning voor besloten ruimtes 4Vergunning voor lassen
128
Wat is een veiligheidspaspoort?
Een persoonlijk document met opleidingen, medische onderzoeken, en toelatingen
129
Welke elementen vormen de branddriehoek?
Warmte, zuurstof en brandstof.
130
Wat is het vlampunt van een vloeistof?
De laagste temperatuur waarbij een vloeistof voldoende damp produceert om te ontsteken.
131
Wat zijn de klassen van brandbestrijding? (2)
1Elektrische brand: CO₂-blusser 2Klasse F (olie/vetten): schuim of branddeken
132
Wat is de onderste ontploffingsgrens (O.O.G.)?
De minimale concentratie gas/damp in de lucht om explosiegevaar te vormen.
133
Wat is de bovenste ontploffingsgrens (B.O.G.)?
De maximale concentratie gas/damp in de lucht om explosiegevaar te vormen.
134
Wat is een explosie?
Een zeer snel verlopende brand met vrijgave van een drukgolf.
135
gasfles witte houder
zuurstof
136
gasfles zwarte houder
stikstof
137
gasfles grijze schouder
koolstofdioxide
138
gasfles lichtgroene schouder
lucht
139
gasfles kastanjebruine houder
acetyleen
140
zeer lichtontvlambaar
lager dan 0°C
141
licht ontvlambaar
tussen 0°C en 21°
142
ontvlambaar
tussen 21°C en 60°
143
blusmiddel water:
- koelt snel af, vrijkomende stoom verdringt zuurstof - steekvlam, elektrisch geleidend, waterschade, chemische stoffen heftig reageren
144
blusmiddel poeder
- negatieve katalysator, zuurstofafsluitend - geeft schade, gering afkoelend vermogen
145
blusmiddel schuim
- zuurstof afsluitend en koelt af - gevoelig bevriezing, elektrisch geleidend
146
blusmiddel CO²
- verdrijft zuurstof - verstikkend werken, vrieswonden
147
blusmiddel zand
- verstikt brand en koelt af - koelt snel aaneen en verhardt
148
blusmiddel branddeken
- zuurstofafsluitend, gebruiken op producten - tot dicht bij brandhaard komen
149
Wat zijn de drie bedrijfsfases bij een noodsituatie?
1Eerste melding = waarschuwing 2Handelingen en maatregelen = alarm 3Beëindiging door een gemachtigd persoon
150
Wat moet een bedrijfsnoodplan bevatten? (9)
1Verwittiging personeel 2Hulpbieding 3Bescherming 4Bestrijding 5Verwittiging van de overheid 6Media 7Het soort incidenten 8Fasering 9Beschikbare hulpbronnen
151
Wat is de minimumvereiste voor oefeningen van het bedrijfsnoodplan?
Minimaal 1 keer per jaar
152
Wat zijn de vijf gulden regels van EHBO bij brandwonden?
1Het vuur doven 2Koelen met veel water 3Niets op de wonde smeren 4Afdekken met steriel materiaal 5Transporteren van het slachtoffer
153
Wat zijn gevaren bij elektrisch lassen? (6)
1Brand en ontploffing 2Warmtestraling 3Verblinding door licht en UV-straling 4Verbranding van de huid 5Elektrocutie 6Longaandoeningen door lasrook
154
Wat zijn veiligheidsmaatregelen bij elektrisch lassen? (6)
1Vuurvergunning 2Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) 3Spanning toepassen 4Plaatselijk afzuigen 5Lasgordijnen 6Brandblusapparaat
155
Welke gassen worden gebruikt bij autogeen lassen? (3)
1Acetyleen 2Propaan 3Zuurstof
156
Wat zijn de veiligheidsmaatregelen bij autogeen lassen? (5)
1Lasscherm voor bescherming tegen UV-straling 2Aangepaste kledij 3Ventilatie of afzuiging 4Dragen van een lasbril en gehoorbescherming 5terugslagklep bij acetyleenflessen
157
Wat zijn de gevaren bij werken in besloten ruimten? (4)
1Verstikkingsgevaar 2Brand- en explosiegevaar 3Vergiftigingsgevaar 4Gevaar voor elektrocutie
158
Wat zijn de maatregelen bij werken in een besloten ruimte? (6)
1Werkvergunning 2Waarschuwingsborden 3Zuurstofpercentage meten (min. 19%) 4Gasmonitoring 5Kunstmatige verluchting 6PBM: onafhankelijke ademhalingsbescherming, veiligheidsharnas
159
Wat moet een veiligheidswacht doen bij werken in besloten ruimten? (2)
1Toezicht houden over de veiligheid 2Communiceren met de persoon die werkt in de besloten ruimte
160
Wat is een EX-zone?
Een afgebakende zone met explosiegevaar door aanwezigheid van gassen, dampen of stoffen.
161
Wat zijn de ATEX-zones?
Zone 0,1, 2: aanwezigheid van gas Zone 20, 21, 22: aanwezigheid van stof
162
Wat zijn vereisten bij het betreden van een EX-zone? (5)
1Schriftelijke toelating 2PBM 3Werkvergunning 4Gebruik van een explosimeter 5Gepaste opleiding
163
Wat zijn de risico's van onzorgvuldig graven? (4)
1Veiligheidsrisico's 2Milieurisico's 3Economische schade 4Verlies van leveringszekerheid van nutsbedrijven
164
Wat zijn de regels bij zorgvuldig graven? (4)
1Proefsleuven maken 2Graafmachinist volgt aanwijzingen van netbeheerder 3Meld afwijkingen in ligging of schade aan leidinggevende 4Gebruik een niet-getande graafbak
165
Welke informatie moet wettelijk uitgewisseld worden met de netbeheerder? (2)
1Liggingsplan via KLIP en KLIC-portaalsite 2Feitelijke graver (of grondroerder)
166
Wat zijn de veiligheidsmaatregelen bij uitgravingen? (3)
1Plaats geen gascilinders in de uitgraving 2Voorzie twee onafhankelijke toegangen 3Uitgraving dieper dan 1,2m: gebruik beschoeiingsplaten of een werkbak
167
Wat zijn de veiligheidsmaatregelen bij sloopwerken? (4)
1Werken volgens sloopplan 2Werk niet boven elkaar of met specifiek plan 3Inventariseer gevaarlijke stoffen zoals asbest 4Draag PBM
168
Wat is een belangrijke veiligheidsregel bij werken met elektriciteit en straling?
Dubbel geïsoleerde toestellen mogen nooit geaard worden!
169
Wat is een belangrijke waarschuwing over zekeringen?
Zekeringen beschermen de mens niet tegen elektrocutie.
170
Wat is ergonomie?
Het vakgebied dat zich richt op de aanpassing van de werkomgeving aan de werknemer om gezondheidsproblemen te voorkomen.
171
Wat is het doel van pictogrammen op PBM?
Duidelijk aangeven wat de gebruiker moet doen of welk PBM verplicht is.
172
Wat zijn gebodsborden?
Ronde vorm met een wit pictogram op een blauwe achtergrond Geeft aan wat verplicht is om te doen of te gebruiken
173
werken op hoogte risico's (2)
- vallen door vloeropening - vallende voorwerpen
174
werken op hoogte maatregelen (3)
- afdekken door stevig materiaal - stevige leuning of hekwerk - risico gemarkeerd worden
175
elektriciteit en straling opletten (2)
- dubbel geisoleerde toestellen mogen nooit geaard worden - zekeringen beschermen de mens niet tegen elektrocutie
176
vlamboog hoe ontstaan
als 2 stroomvoerende delen elkaar raken= kortsluiting
177
grootte vlamboog (3)
- spanning tussen delen - stroomsterkte - bij lage spanning; stroomsoort