V Flashcards
de vakantie
les vacances
vallen
tomber
vanbuiten
par coeur, de mémoire
vandaag
aujourd’hui
gisteren
hier
morgen
demain
vangen
attraper
de gevangenis
la prison
vechten
se battre
ruzie maken
se disputer
vegen
balayer
het venster
la fenêtre
het raam
la fenêtre
ver
loin
veranderen
changer
de verandering
le changement
verduren
supporter, endurer
verdrietig
triste
de vergadering
la réunion
vergeten
oublier
het verhaal
l’histoire
de gescheidenis
Histoire
verhuizen
déménager
de verjaardag
l’anniversaire
de verjaardagstaart
le gâteau d’anniversaire
het verkeer
la circulation
verkkerd
faux
juist, correct
juste, correct
verkiezen
préférer
verkopen
vendre
de verkoudheid
le rhume
verkouden
enrhumer
verlegen
timide
verliezen
perdre
verontschuldigen
s’excuser
ik veronderschulig me voor de vertraging
je m’excuse pour le retard
excuseren
s’excuser
verplichten
obliger (we zijn verplicht om te gaan)
verrast
surpris
de verrassing
la surprise
verschillend
différent
het verschil
la différence
verschrikkelijk
effrayant, horrible
verslaan
battre
het vervoer
le transport
het verstoppertje
à cache-cache
vertellen
raconter
het verhaal
l’histoire
vertrekken
partir
het vertrek
le départ
(zich) vervelen
s’ennuyer
de veter
la lacet
vieren
fêter
vies
dégoutant
vuil
sale
vinden
trouver
de vlag
le drapeau
de vleugel
l’aile
vliegen
voler, prendre l’avion
de vlucht
le vol
vliegtuig
avion
de vloer
le sol, le plancher
(zich) voelen
sentir
volgen
suivre
volgend(e)
suivant(e)
volledig
complet
het voorbeeld
l’exemple
bijvoorbeeld
par exemple
de vorm
la forme
vragen
demander
de vraag
la question
het voedsel
la nourriture
de vrede
la paix
de vrede sluiten
faire la paix
vreemd
étrange
de vreugde
la joie
de vriend
l’ami