Unit 8 Flashcards
Soigneux
Netjes
Négligeant
Slordig
Simple
Eenvoudig
Les autorités
De overheid
La prononciation
De uitspraak
L’orthographe
De spelling
Courament
Vlot
Posséder la nationalité
De nationaliteit bezitten
S’occuper de
Zich bezighouden
Comprendre le néerlandais
Nederlands verstaan
Faire des rédactions
Opstellen maken
Je ne dois pas beaucoup étudier
Ik hoef niet veel te studeren
J’aimerais m’inscrire à un stage de langue
Ik zou mij graag voor een taalstage inschrijven
Développer d’avantage
Verder ontwikkelen
Des cours de langues intensifs combinés à des excursions culturelles ou à du sport
Intensieve taalcursussen gecombineerd met culturele uitstappen of sporten
Le séjour
Het verblijf
La famille d’acceuil
Het gastgezin
Le contenu du cours
De inhoud
La forme d’enseignement
De onderwijsvorm
Développer sa connaissance des langues
Zijn talenkennis uitbreiden
L’horaire
De uurooster
Les élèves sont immergés dans un bain linguistique
De cursussen zijn in een taalbad ondergedompeld
Il s’agit de
Het gaat om
On apprend à apliquer la grammaire directement dans des jeux de rôle ou débats
men leert de grammatica onmiddellijk toepassen in de rollenspelen of debatten
