unit 4 lesson 5 en ne Flashcards
1
Q
to attribute ( something) to
A
(iets) toeschrijven aan
2
Q
to be enchanted
A
betoverd zijn
3
Q
to be mistaken for
A
worden aangezien voor
4
Q
cargo
A
lading
5
Q
charm
A
geluksamulet
6
Q
down-to-earth
A
nuchter
7
Q
fanciful
A
denkbeeldig;fantasierijk
8
Q
imaginary
A
ingebeeld
9
Q
internship
A
stage
10
Q
journal
A
dagboek
11
Q
momentarily
A
kortstondig
12
Q
origin
A
oorsprong
13
Q
to recover
A
terugvinden; terughalen
14
Q
to signify
A
betekenen
15
Q
spirit
A
geest