unit 2: vocabulary Flashcards
boordevol actie
action-packed
avonturen
adventure
komedie
comedy
futuristisch
futuristic
horror
horror
magisch
magical
ouderwets
old-fashioned
romantisch
romantic
griezelig, eng
scary
ingewikkeld
complicated
simplistisch
simplistic
vol met wending
full of twists
origineel
original
(on)voorspelbaar
(un)predictable
(on)realistisch
(un)realistic
dit speelt zich af in…
it is set in…
het werd gefilmd in…
it was filmed in…
kleurrijk
colourful
somber, mistroostig
gloomy
herkenbaar
recognisable
spectaculair
spectacular
amusant, grappig
amusing
vervelend, saai
boring
verwarrend, ingewikkeld
confusing
snel, met hoog tempo
fast-paced
traag, met laag tempo
slow-paced
beledigend, offensief
offensive
intelligent, slim
smart
geestig, grappig, gevat
witty
cast, rolbezetting
cast
regisseur
director
producer
producer
ster, hoofdrol
a star
schitteren, de ster zijn
to star
gastrolletje van een beroemdheid in een film/serie
cameo