Unit 1 Flashcards
1
Q
Afwezig
A
Absent-minded
2
Q
Ambitieus
A
Ambitious
3
Q
Ruziezoekend
A
Argumentative
4
Q
Attent
A
Considerate
5
Q
Traditioneel
A
Conventional
6
Q
Toegewijd
A
Dedicated
7
Q
Bekrompen
A
Narrow-minded
8
Q
Ruimdenkend
A
Open-minded
9
Q
Karaktereigenschappen
A
Personality trait
10
Q
Intrinsiek gemotiveerd
A
Self-motivated
11
Q
Met olifantshuid
A
Thick-skinned
12
Q
Goedgezind
A
Well-meaning
13
Q
Afgezien van
A
Aside from
14
Q
Wanhopig, graag willen
A
Desperate
15
Q
Gezien
A
Considering
16
Q
Verslechtering
A
Deterioration
17
Q
Wijden
A
Devoted
18
Q
Verrijking
A
Enrichment
19
Q
Uitblinken in
A
Excels at
20
Q
Buitenschoolse activiteit
A
Extra-curricular
21
Q
Op lange termijn
A
In the long run
22
Q
Naïef
A
Naive
23
Q
Zich niet bewust zijn van
A
Oblivious
24
Q
Oogcontact maken
A
Make eye-contact
25
Q
Aandacht vragen
A
Attention-seeking
26
Q
Armband
A
Bracelet