2 Hoofdstuk 24-28 Flashcards
Zich gedragen
To behave
Gedrag- his … was very bad
Bahaviour
Gedrag- … is a formal word for ‘behaviour’
Conduct
Straffen
To Punish
Straf
Punishment
Onbeschoft
Rude
Rechtvaardigen
To justify
Rechtvaardiging
Justification
Toegeven
To admit
Gehoorzamen
To obey
Ongehoorzaam zijn
To disobey
(On)gehoorzaam
(Dis)obedient
(On)gehoorzaamheid
(Dis)obedience
Koppig
Obstinate/stubborn
Eerlijk/openhartig- he … told me about his feelings
Frank
Eerlijk/openhartig - she was very… about her problems
Candid
(In)consequent
(In)consistent
Inconsequentheid
Inconsistency
Ijdel
Vain
Ijdelheid
Vanity
(On)eerlijk
(Dis)honest
Bedriegen
To deceive
Eerlijkheid
Honesty
Deugd
Virtue
Ondeugd
Vice
(On)trouw
(Dis)loyal
Lastigvallen
To harass
Intimidatie
Harassment
Gastvrij
Hospitable
Gastvrijheid
Hospitality
Verwaand
Conceited
Toewijding
Devotion
Wijden aan
To devote to
Advies- he didn’t listen to my …
Advice
Advies- … is a formal word for ‘advice’
Counsel
Gemeen/slecht
Wicked
Uitschot
Scum
(On)verenigbaar
(In)compatible
Ertoe brengen
To induce
Brutaliteit - I’ve had enough of your …
Cheek
Neerkijken op
To sneer at
Menigte
Mob
Preuts
Prudish
Goed/zoals het hoort
Proper
Onjuist/onfatsoenlijk
Improper
Verleiden
To seduce
Verleidelijk
Seductive
Verwennen
To pamper
Zondebok
Scapegoat
Stilzwijgend
Tacit
Behandelen
To treat
Mishandelen
To maltreat/to ill-treat
Trakteren (op)
To treat (to)
Verkondigen/preken
To preach
Onverschilligheid
Indifference
Onverschillig
Indifferent
Geneigd- I am … to think that he is lying
Inclined
Geneigd- old people are … to forget things
Liable/apt/prone
Beledigen
To insult/to offend
Belediging
Insult/offence
Beledigend
Offensive
Houding
Attitude
Star
Rigid
Pesten
To bully
Pestkop
Bully
De neiging hebben (om te)
To tend (to)
Neiging
Tendency
Vijandig
Hostile
Vijandigheid
Hostility
Aanpakken
To tackle/to address
Zachtaardig
Gentle
Vleien
To flatter
Zich verontschuldigen
To apologise
Excuus
Apology
Verontschuldigend
Apologetic
Goedkeuren
To approve of
Afkeuren
To disapprove of
Goedkeuring
Approval