TV250 Flashcards
1
Q
6 waterdichte aansluitingen
A
- Kimplaat (kelder)
- Opstaande randen (kelder)
- Zwelband (kelder)
- Injectieslang (kelder)
- Rubberen ingietbanden (waterreservoir)
- Combinaties (waterreservoir)
2
Q
Drainagesysteem is opgebouwd uit: (3)
A
- Filter aangepast aan ondergrond
- Drainerend materiaal (aangevulde grond) dat uitstrekt tot bovenaan kelderwand
- verzamelbuis onder helling geplaatst
3
Q
Ter plaatse gestorte betonnen wand
A
Minimum 100 mm wanneer de wandbekisting op de vloerplaat word geplaatst -> zodanig dat de wandbekisting zich op hetzelfde niveau bevindt.
4
Q
Opvang en afvoer van infiltrerende water:
A
Niet waterdichte oplossing -> vooral gebruikt bestaande gebouwen als machines er niet aan kan
5
Q
Ingestorte slangen mogen pas geïnjecteerd worden als: (3)
A
- beton voldoende drukvast is
- grootste deel beton zijn drogingskrimp ondergaan heeft
- merendeel van te verwachten zettingen achter de rug is
6
Q
plaatsing zwelband via volgende stappen: (6)
A
- reinigen ondergrond
- aanbrengen geschikte bentonietlijm (goed contactoppervlak bekomen)
- uitrollen zwelband tussen wapening (zwelband niet te dicht bij de rand van beton afspringen randen vermijden)
- aanbrengen rooster om zwelband te beschermen tegen onthechting/ scheuren
- vernagelen zwelband om goed contact met ondergrond te bekomen
- zo snel mogelijk betonneren na plaatsen zwelband
7
Q
vloerplaat in secanspalenwand of diepwand:
A
secanspalenwand platgeslepen op de plaats van de vloerplaat