hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

polieren

A

beton opp geffend en glad gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

polijsten

A

beton opp afschuren (granulaten, zichtbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

deuvels

A

metalen staven tssn 2 vloerdelen zo kunnen vloerdelen horz bewegen nt vert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

constructievoegen

A

= uitzettingsvoegen (dilalatie)
- nemen thermische bewegingen v bouwdelen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zettingsvoegen

A

= differentiëlezettingen v onderbouw of grond op te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dichtheidsklasses betonconstructie (4)

A

0 lekken toegelaten
1 lekken beperkt (druppels)
2 lekken miniem
3 niet toegelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stijve bekuiping

A

cementering in verschillende lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

soepele bekuiping

A

membranen aan de buitenkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kimpplaat (5)

A
  • min 100mm in beide uitvoeringsfasen
  • bovenwapening moet ruimte maken voor plaat
  • 1,5mm-2mm dik (kunststof 8mm dik)
  • dichtheidsklasse 2=> nadelen gelast/ gelijmd + overlap 20-30cm
  • bij lagere dichtheid 5cm tssn platen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

constructievoegen

A

=snijden constructie vert in meerdere delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verdeelvoegen

A

scheiden de vloer van aanliggende constructies en verdelen grote opp in kleinere velden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verdeelvoegen: krimpvoeg

A

= krimpscheuren zoveel mogelijk vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitvoeringsvoegen/ stortnaden

A

= door onderbreking vd uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

scheidingsvoegen

A

= rond vaste bouwelementen (kolommen etc)
= om bescherming tegen drukkrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

opvang en afvoer infiltrerend water (3)

A
  • extra dekvloer met goot
  • extra dekvloer met drainerende noppen plaat + niet dragend MW
  • goot in draagvloer door verlaagd bovennet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

injectieslang

A

= moet bevestigd worden op het gestorte bouwdeel als beton drukvast is kan de slang geïnjecteerd worden (samen kimplaat/ zwelband)

17
Q

zwelband (4)

A
  • kan eigenschappen verliezen
  • samen met kimplaat= zwelband buitenzijde
  • 75cm overlap
  • zwelband eventueel in plaat verwerken
18
Q

bepalen dikte beton en wapening (4)

A
  • freatisch opp diepte
  • eigengewicht
  • afmetingen
  • afstanden tsnn randen en versterkingen
19
Q

eisen kelder (3)

A
  • sterkte en stijfheid
  • waterdichtheid
  • goede verluchting
20
Q

soorten kelders (3)

A
  • kelder
  • kruipkelder
  • souterrain (half onder de grond)
21
Q

Hakron: kimblok (3)

A
  • recht actief/ passief
  • geplooid actief/passief
  • opstortelement
22
Q

Hakron: zwelband (2)

A
  • polymeer zoutwater/zoetwater
  • betoniet zoutwater/zoetwater
23
Q

injectiekanaal

A

colmatec

24
Q

Hakron: afstandhouders (4)

A
  • kunststof (niet waterdichte const)
  • kunststof+ UFO waterkering (wel goed)
  • stalen (wel goed)
  • vezelbeton (niet waterdichte const.) + zwelplug