tussenstop 3 Flashcards

1
Q

2 begrippen of uitdrukkingen door elkaar halen

A

contaminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

contaminatie

A

2 begrippen of uitdrukkingen door elkaar halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

“ik zie het allemaal niet meer zitten”
- emotie
- synoniem

A
  • melancholisch
  • droefgeestig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

“volgens mij schuilt er nog een addertje onder het gras”
- emotie
- synoniem

A
  • argwanend
  • achterdochtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

“het is de mooiste dag van mijn leven”
- emotie
- synoniem

A
  • euforisch
  • zielsgelukkig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

“hij zal voelen wat hij heeft aangericht!”
- emotie
- synoniem

A
  • rancuneus
  • wraakzuchtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

“zoiets heb ik nog nooit gezien”
- emotie
- synoniem

A
  • perplex
  • verbouwereerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

“je steun betekent zo veel voor mij”
- emotie
- synoniem

A
  • dankbaar
  • erkentelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

“kies jij maar…”
- emotie
- synoniem

A
  • timide
  • verlegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

“ik ben er niet van overtuigd, is er lang genoeg over nagedacht?”
- emotie
- synoniem

A
  • sceptisch
  • terughoudend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afgunst

A

jaloezie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ergernis

A

irritatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toestand van buiten zichzelf zijn door verrukking

A

extase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

empathie

A

compassie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

intens verlangen naar vroeger

A

nostalgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

afkeer, afschuw

A

aversie

17
Q

onverschilligheid

A

apathie

18
Q

emotioneel opnderwerp ter sprake brengen

A

gevoelige snaar raken

19
Q

iemand grondig ondervragen

A

iemand aan de tand voelen

20
Q

extreem gelukkig zijn

A

in de wolken zijn

21
Q

iemand steun of troost bieden

A

een hart onder de riem steken

22
Q

barsten van woede

A

uit je vel springen

23
Q

iemand erg irriteren

A

iemand het bloed vanonder de nagels halen