les 21 Flashcards

1
Q

ironie

A

niet kwetsend bedoeld
- tegenovergestelde van wat je bedoelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sarcasme

A
  • kwetsende ironie
  • kan subtiel zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

absurde humor

A

onrealistische dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cynisme

A

hardste vorm van spot
- wantrouwen tegenover de andere mensen/ maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

taalhumor

A

-woordspellen
- dubbelzinnigheid
- overdrijvingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

parodie

A

nabootsing van:
-film
- lied
- verhaal
- bekende figuur
- …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

satire

A

humor waarbij publiek persoon of maatschappelijke toestand wordt bekritiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zwarte humor

A

bevat onderwerpen die in het dagelijkse leven tot taboesfeer behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pragmatisch

A

gericht op feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

censuur

A

literatuur verbieden of delen eruit schrappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly