TRILLINGEN Flashcards
1
Q
statische gedrag
A
wet van Hooke: F= k.y
2
Q
ω
A
pulsatie
3
Q
elongatie
A
uitwijking
4
Q
periode is afhankelijk van
A
- massa veer
- veerconstante (k)
- NIET amplitude
5
Q
gedempte trilling
A
amplitude neemt af in functie van de tijd
6
Q
gedwongen trilling
A
voorwerp laten trillen door externe (periodiek) kracht
7
Q
resonantie
A
voorwerp trilt met grote amplitude
8
Q
loodrechte trillingen (x en y as)
A
Lissajousfiguren