OPTICA Flashcards
I
intensiteit
= P/A
oppervlakte bol
= 4πr²
soorten materie
- transparante
- translucide (meerder stralen uit)
- reflecterende
- ondoorzichtige (alle straling terug)
kleuren
licht dat wordt verstrooid nemen wij waar
(bv. wit licht + groen vw = groen licht verstrooid)
kleurendriehoek
(RGB) = 1
CIE
commision internationale d’éclairage
kleur + complementaire kleur
wit
wit - kleur
complementaire kleur
wit licht
(0,33333 ; 0,33333 ; 0,33333)
wet van Lambert-Beer
l ~afstand
‘hoe langer de afstand die de lichtstraal in de vloeistof doorkruist, hoe lager de intensiteit van de uittredende lichtstraal’
c ~concentratie
‘hoe groter de concentratie van de stof in de vloeistof, hoe kleiner de intensiteit van de uittredende lichtstraal’
A
absorbantie
reflectie
invalshoek = reflectiehoek
breking
n1 . sin (θ1) = n2 . sin(θ2)
n
brekingsindex
n1 > n2
optisch dicht -> optisch ijl
n1 < n2
optisch ijl -> optisch dicht
grenshoek
θr = 90°
θgr = sin^-1 (1/n)
totale interne reflectie
θi > θgr
=> θi < θu
bv. fiber, endoscoop
divergerend
concave
convexe
convergerend
sferische aberratie
stralen komen niet precies samen (afbeeldingsfouten)
chromatische aberratie
kleuren worden anders gebroken (afbeeldingsfouten)
reëel beeld
achter de lens
virtueel beeld
voor de lens