trauma Flashcards
1
Q
Wat is trauma?
A
Een heftige ervaring die je dagelijks leven kan beïnvloeden.
2
Q
Noem de drie soorten trauma.
A
- Acuut trauma: één heftige gebeurtenis
- Chronische trauma: langdurige negatieve ervaringen
- Complexe trauma: meerdere ingrijpende gebeurtenissen
3
Q
Wat zijn bredere vormen van trauma?
A
- Intergenerationeel trauma
- Cultureel trauma
4
Q
Hoe voelt trauma?
A
Trauma beïnvloedt je brein, lichaam en emoties.
5
Q
Wat gebeurt er in je brein bij trauma?
A
- Amygdala: emotiecentrum reageert snel
- Prefrontale cortex: logisch nadenken wordt uitgeschakeld
6
Q
Wat is PTSS?
A
Posttraumatische stressstoornis, een aandoening die kan ontstaan na trauma.
7
Q
Noem een behandelwijze voor trauma.
A
- EMDR: herinneringen verwerken en minder heftig maken
- Cognitieve therapie: anders leren denken
8
Q
Noem enkele zelfzorgtechnieken voor trauma.
A
- Meditatie en mindfulness
- Ademhalingstechnieken
- Lichaamsbeweging
- Slaapverbetering
9
Q
Hoe kun je iemand met trauma helpen?
A
- Luister zonder oordeel
- Zorg voor een veilige omgeving
- Moedig aan om hulp te zoeken
10
Q
Waaruit blijkt dat herstel mogelijk is?
A
Herstel is mogelijk met therapie en steun.
11
Q
Vul in de lege ruimte: Trauma beïnvloedt je ______, lichaam en emoties.
A
brein
12
Q
Waaruit blijkt dat een luisterend oor kan helpen?
A
Een luisterend oor kan een groot verschil maken.
