Traject 2 vocabulaire Flashcards
1
Q
De vrijwiliger
A
Le/La bénévole
2
Q
Het vrijwilligerswerk
A
Le bénévolat
3
Q
De ontwikkeling
A
Le développement
4
Q
De gift
A
Le don
5
Q
Het engagement / de inzet
A
L’engagement (m)
6
Q
Het doel
A
L’objectif (m)
7
Q
De steun
A
Le soutien
8
Q
De getuigenis
A
Le témoignage
9
Q
De vrijwilliger
A
Le volontaire
10
Q
Het vrijwilligerswerk
A
Le volontariat
11
Q
De activiteit
A
L’activité (f)
12
Q
De vereniging
A
L’association (f)
13
Q
Het (goede) doel
A
La (bonne) cause
14
Q
De omhaling/De inzameling
A
La collecte
15
Q
De bijdrage
A
La contribution