Tour 5 Etape 1 Flashcards
1
Q
Een artikel
A
Un article
2
Q
Een auteur, maker
A
Un auteur
Une auteure
3
Q
Een beroemdheid, bekendheid
A
Une célébrité
4
Q
Een complot
A
Un complot
5
Q
Een schrijver, schrijfster
A
Un écrivain
Une écrivaine
6
Q
Een uitzending, programma
A
Une émission
7
Q
Een fake news, fake nieuwsbericht
A
Une fake news
Une fausse nouvelle
8
Q
Een politicus
A
Un homme politique
9
Q
Een internetgebruik(st)er
A
Un internaute
Une internaute
10
Q
Een meerderheid
A
Une majorité
11
Q
De media
A
Le(s) média(s)
12
Q
Een leugen
A
Un mensonge
13
Q
De helft
A
La moité
14
Q
Een nieuwsbericht, nieuwtje, het nieuws
A
Une nouvelle
Les nouvelles
15
Q
De herkomst
A
Une origine
16
Q
Een bron
A
Une source
17
Q
Oud, van vroeger, vroegere
A
Ancien, ancienne
18
Q
Anoniem
A
Anonyme
19
Q
Waakzaam, aandachtig
A
Attentif,
Attentive
20
Q
Betrouwbaar
A
Fiable
21
Q
Ongelooflijk
A
Incroyable
22
Q
Logisch
A
Logique
23
Q
Verdacht
A
Suspect
Suspecte
24
Q
Getrukeerd
A
Truqué
Truquée
25
Bevestigen
Confirmer
26
Raadplegen
Consulter
27
Ontdekken
Découvrir
28
Verspreiden
Diffuser
29
Verkrijgen, verwerven, behalen
Obtenir
30
Delen
Partager
31
Beweren
Prétendre
32
Herkennen
Reconnaitre
33
Volgen
Suivre
34
Bedriegen
Tromper
35
Controleren
Vérifier
36
Dat ziet er gemakkelijk uit
Ça a l’air facile
37
Van…afkomst zijn
Être d’origine + adj.
38
Oppassen, opletten (voor)
Faire attention (à)
39
Eerder, vroeger
Auparavant
40
Wanneer, toen
Lorsque
