toets ned vrijdag de tijd Flashcards
tijdsperiode waarin een verhaal zich afspeelt
kalendertijd
een fout in de kalendertijd feiten die fout gebruikt zijn
BV een telefoon in de middeleeuwen
anachronisme
tijd nodig om het verhaal te lezen of vertellen
verteltijd
de tijd dat in het verhaal voorbij gaat
vertelde tijd
verteltempo gemiddekd en
verteldetijd=verteltijd
tijddekking
verteltempo is traag
verteldetijd
retardering
verteltempo is snel
Vertelde tijd > verteltijd
tijdsprongen
een beeld dat terug in de tijd gaat
flashback
een beeld dat naar de toekomst gaat
flash forward
een korte gedachte of herinnering van de personage
een terugwijzing
korte opmerking van de verteller die al weet wat er te komen staat
een vooruitwijzing
objectief
een feit
subjectief
een mening
de wetenschap van het filmen
cinematografie