Toets 3 Flashcards

1
Q

De term “humanisme”

A

intellectuele stroming
einde van de 13de eeuw in Italië ontstond
15de-16de eeuw haar hoogtepunt
“humaan”, menselijk
vertrouwen in het kunnen van de mens zelf

hebben de ambitie de taal, literatuur, cultuur en waarden van de klassieke oudheid te herontdekken, interpreteren en bestuderen.

volledig en historisch correct beeld te vormen van de klassieke oudheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de kenmerken van het humanisme

A

1.goed onderwijs een absolute voorwaarde
2.focusten zich bij hun onderzoek vooral op teksten en talen uit de periode van de klassieke oudheid
3.het belangrijkste was de studie van de (klassieke) talen
4.Naast taal en geschiedenis, moest een humanist zich ook focussen op allerlei andere wetenschappen.
5. dachten daarbij zelfstandig en kritisch
6.volledig en historisch correct beeld van de klassieke oudheid te vormen
7.fouten uit de oude teksten halen,ontwikkelden de humanisten de tekstkritiek: teksten moesten worden vergeleken met de meest originele, oorspronkelijke basistekst die nog beschikbaar is.
8.een persoonlijke visie
ontwikkelden op de mens en de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het ontstaan van het humanisme

A

Het humanisme ontstond uit bewondering voor de klassieke oudheid, vooral voor Romeinse bouwwerken.
Humanisten waren gefascineerd door deze structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

situering humanisme in Italie

A
  1. Na de val van het West-Romeinse rijk werden teksten bewaard in het Byzantijnse rijk. Na de val van Byzantium migreerden veel Grieken naar Zuid-Europa met teksten.
    2.Via de Arabieren kwamen veel oude Griekse en Romeinse werken naar West-Europa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Italie 14 16 de eeuw

A

Italië verdeeld in kleinere stadstaten belangrijke handelscentra met sterke leiders zorgde voor welvaart en gunstige omstandigheden voor het humanisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verspreiding van de nieuwe humanistische ideeën

A

Johannes Gutenberg uit Duitsland uitvond de klassieke boekdrukkunst rond 1440,
gebaseerd op een techniek die al in China bestond
houten blokken gebruikt, later metalen letters
Tussen 1450 en 1500 drukpers die tot 2500 bladzijden per dag kon produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Francesco Petrarca (1304-1374)

A

Italiaanse schrijver
pionier van het humanisme
beheerde Latijn, Grieks en Hebreeuws
verzamelde zowel religieuze als klassieke werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vervanging theocentrische wereldbeeld

A

het theocentrische wereldbeeld uit de middeleeuwen wordt vervangen door een antropocentrisch wereldbeeld.

ze blijven wel geloven in de schepping en in god! (continuïteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Desiderius Erasmus (1469-1536),
Thomas More (1477-1535) en
Niccolò Machiavelli (1469-1527)

A

invloedrijke humanisten
boeken hebben een blijvende impact
hun ideeën blijven tot op de dag van vandaag actueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Info Desiderius Erasmus

A

geboren Rotterdam
leefde 15de eeuw
bastaard
schreef het boek Lof der Zotheid
het boek is een satire =een kunstvorm waarbij er op humoristische wijze kritiek op de maatschappij wordt gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

drie argumenten die bewijzen dat Erasmus een echte humanist was

A

1.hij bestudeert de Griekse en Latijnse taal en richtte zelf een school op in Leuven waar studenten deze talen konden studeren
hecht veel belang aan goed onderwijs
2.Erasmus denkt kritisch, bv. over de Kerk. Hij vond dat veel clerici niet leefden volgens de bijbel.
3.Hij haalde veel kopieer-en vertaalfouten uit de bijbel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil Erasmus en Machiavelli over politiek en oorlog

A

Erasmus
Oorlog is nutteloos en gevaarlijk

De vorst moet zijn volk goed behandelen. Anders mag het volk de vorst afzetten en een nieuwe vorst aanstellen
Machiavelli
Oorlog is soms noodzakelijk.

De vorst moet zijn macht versterken en mag daarvoor liegen tegen het volk en soms geweld gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conclusie verschillen denkbeeld humanisme

A

Het zelfstandig en kritisch denken leidt tot een persoonlijke visie hebben op de mens en de maatschappij, in dit geval hebben beide humanisten een andere visie op oorlog en wat een vorst moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Machiavelli is verbonden aan het spreekwoord

A

“Het doel heiligt de middelen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Socio-economische gevolgen
middeleeuwen verliep de handel

A

met Azië via het Byzantijnse rijk
havens rond de Middellandse Zee, zoals Genua en Venetië.
verschuift het handelscentrum naar Noordwest-Europa
Amsterdam en Londen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De handel met de Nieuwe Wereld

A

winstgevend, maar ook risicovol en duur
werkten handelaren samen in handelscompagnieën VOC
waarbij investeerders aandelen in de onderneming bezaten
ontstaan van kapitalisme
16e eeuw sprak men van handelskapitalisme, hoewel de landbouw nog steeds de belangrijkste economische sector bleef.

17
Q

Handelaars worden rijk

A

de ontdekking van de Nieuwe Wereld verdienden handelaars veel geld door nieuwe producten zoals suiker te verhandelen.
economische rijkdom wilden zij ook politieke invloed verwerven
eerst kochten rijke burgers adellijke titels
Later, tijdens de Franse Revolutie (1789), kwam de gehele derde stand in opstand

18
Q

Politieke gevolgen voor europa

A
  1. de paus beslist e gebieden die Columbus ontdekte in de Nieuwe Wereld bezit worden van de Spaanse kroon, tenzij er daar een andere christelijke heerser zou leven.
  2. In navolging van deze beslissing, ondertekenden Spanje en Portugal in 1494 het Verdrag van Tordesillas.
  3. de lengtelijn die vastgelegd werd in het Verdrag van Tordesillas niet volstaat daarom 1529 ook het Verdrag van Zaragossa
19
Q

Politieke gevolgen voor rest van europa

A

De verdragen van Tordesillas en Zaragossa illustreren de machtsverhoudingen in het Europa van de 16de eeuw. Leg uit. Spanje en Portugal waren de Europese grootmachten in de 16de eeuw. Zij verdeelden de nieuw ontdekte gebieden (zoals Midden-Amerika) onder elkaar. Mede door de ontdekkingsreizen.

maar landen als Engeland, Frankrijk en de Noordelijke Nederlanden vonden dit niet goed.
Hoewel ze niet direct aanvielen.
begonnen ze met smokkelhandel en kaapvaart, waarbij schepen van deze landen, met toestemming van hun koning(in), de handelsschepen van Spanje en Portugal aanvielen om buit te veroveren.

20
Q

Thomas More

A

een Engelse rechter en vriend van Erasmus, bekend om zijn onomkoopbaarheid. Hij werd door koning Hendrik VIII tot kanselier benoemd, maar weigerde partij te kiezen in het conflict tussen de koning en de paus. Als gevolg werd hij onthoofd. Later werd hij door de paus heilig verklaard.

21
Q

Utopia

A

“Utopia” is het bekendste werk van Thomas More, waarin hij werkelijkheid en fictie vermengt. Het verhaal gaat over zijn reis naar Brugge als diplomatiek gezant van Hendrik VIII, waar hij met vrienden, waaronder Pieter Gillis, discussieert over de problemen van hun tijd. Een van de gasten, Hythlodaeus, vertelt over een eiland, Utopia, waar een ideale samenleving bestaat zonder standen, geld en met verdraagzaamheid. More wil hiermee niet Europa veranderen in een utopie, maar laten zien dat de maatschappelijke wantoestanden verbeterd kunnen worden. Het woord “utopie” is door hem in de Nederlandse taal geïntroduceerd

22
Q

Welk actueel fenomeen beschrijft Thomas More in het eerste fragment?
Waarom is het vreemd voor die tijd dat Thomas More een dergelijke tekst verwerkt in Utopia?

A

Euthanasie.
Waarom is het vreemd voor die tijd dat Thomas More een dergelijke tekst verwerkt in Utopia?

23
Q

Hoe staan de inwoners van Utopia tegenover andere godsdiensten?

A

Verdraagzaam. Iedereen mag die godsdienst verkiezen die hij of zij wil. Er mag geen geweld worden
gebruikt om iemand te overtuigen een andere godsdienst aan te hangen. Dit was door koning
Utopos beslist.

24
Q

Welke maatschappijkritiek levert More dus op de maatschappij waarin hij zelf leefde (Europa, 16de
eeuw)?

A

Hij geeft kritiek op de Europeanen die de indianen dwingen om zich te bekeren tot het christendom.
Hij is tegen de godsdienstoorlogen tussen de katholieken en de protestanten (zie volgende
hoofdstukken).

25
Q

Wat vond de kerk van dissectie

A

Tijdens het ancien regime was zo’n
dissectie niet vanzelfsprekend. De publieke opinie en de Rooms-katholieke Kerk stonden weigerachtig
tegenover dissecties van menselijke lichamen, in hun ogen tenslotte de ultieme schepping van God.

26
Q

Op wat baseerde geneeskunde studenten zich

A

Geneeskundestudenten baseerden zich tot ver in de 16de eeuw uitsluitend op boeken van artsen uit de
klassieke oudheid, zoals Hippocrates en Galenus (2de eeuw). Zij ontwikkelden de klassieke
humoresleer.

27
Q

Humoresleer

A

Volgens deze leer werd het karakter van mensen bepaald door een bepaald
(on)evenwicht tussen vier lichaamssappen (in het Latijn humores): bloed, gele gal, zwarte gal en slijm.
De mens zou een persoonlijke verhouding van deze vier lichaamssappen hebben.

28
Q

Vroegere behandeling van aandoeningen

A

Bepaalde aandoeningen werden toegeschreven aan een
teveel of tekort van deze sappen. Als gevolg hiervan werd de behandeling van aandoeningen gezocht
in het verwijderen van dit overschot, bijvoorbeeld door aderlaten (bij een teveel aan bloed).
Menstruatie werd dan weer verklaard als de natuurlijke manier van het vrouwelijk lichaam om zich van
overtollig bloed en slijm te ontdoen.

29
Q

Lessen anatomie van Vesalius

A

Bij professor Vesalius werd niet langer enkel de theorie voorgelezen uit de werken van Galenus, maar moesten de
studenten het menselijke lichaam vooral zelf bestuderen. De eigen waarneming via dissectie was minstens zo
belangrijk als wat een klassieke tekst te vertellen had. Vesalius dissecteerde de lijken tijdens de lessen zelf en
zorgde bovendien voor hoogstaand didactisch materiaal in de vorm van anatomische tekeningen.

30
Q

Wat merkt Vesalius met zijn ondervindingen

A

De ondervindingen van Vesalius strookten niet altijd met wat hij in de werken van Galenus las. Gaandeweg werd
Vesalius ervan overtuigd dat Galenus zelf nooit een mensenlichaam had opengesneden, maar enkel dieren ontleed
had.

31
Q

De humani corporis fabrica (1543)

A

Vesalius vermelde wel tweehonderd fouten uit
het werk van Galenus. Het duurde jaren voor de kritiek op het werk van Galenus algemeen werd aanvaard, maar
uiteindelijk werd Vesalius dé autoriteit op vlak van anatomische kennis. Vesalius zelf riep zijn studenten op te
vertrouwen op hun eigen waarneming.

32
Q

Bij welke kenmerken (zie p. 44) van het humanisme past de humani corporis fabrica?

A

De humanisten namen niet zomaar aan wat er in teksten geschreven
stond. Zij gingen op onderzoek uit en dachten daarbij zelfstandig en
kritisch (zie kenmerk V op p. 44)

33
Q

De term “renaissance”

A

Renaissance (> Lat. renascari) betekent letterlijk “wedergeboorte”. De termt verwijst naar het weer tot
leven wekken van de kunst uit de klassieke oudheid. Kunstenaars begonnen neer te kijken op wat zij
de “barbaarse” middeleeuwen noemden en droomden hardop van een terugkeer naar het klassieke
Rome

34
Q

Geef vier elementen waaruit blijkt dat de renaissance-architectuur in Italië zich inspireerde op
de oudheid

A

Koepels, zuilen, rondbogen, frontons, symmetrie, palazzi met binnehoven en een rondgaande
zuilengalerij,..

35
Q

discontinuïteit met de middeleeuwse kunst

A
  1. De kunstenaar bleef niet langer anoniem, maar profileerde zichzelf.
  2. De werken waren niet langer uitsluitend theocentrisch, maar ook antropocentrisch.
  3. De onderwerpen waren diverser en niet langer uitsluitend religieus geïnspireerd
  4. De kunstenaars verwerkten nieuwe wetenschappelijke inzichten in hun werk.
36
Q

continuïteit met de middeleeuwse kunst

A

Toch is er ook een continuïteit met de middeleeuwen te bespeuren, voornamelijk op vlak van thematiek. Zo blijven
Bijbelse taferelen populaire thema’s. De renaissancekunstenaars blijven immers werken in opdracht van koningen
en clerici (de Kerk). Zo bleef de kunst in de eerste plaats de boodschappen van de machtshebbers uit het Ancien
Regime uitdragen.

37
Q

Vitruvius man van leonardo da vinci

A

Vitruvius was een Romeins architect en bouwheer uit de tijd van keizer Augustus. In de 1e eeuw v.o.t. schreef hij De Architectura, een belangrijk werk over de klassieke bouwkunst, waarin hij onder andere de ontwerpprincipes voor Romeinse constructies en tempels beschreef. Hij legde de verhoudingen van het menselijk lichaam vast, met de navel als middelpunt van een omgeschreven cirkel of vierkant. Het werk werd in 1511 gedrukt en had grote invloed op de renaissance, waarbij kunstenaars als Leonardo da Vinci Vitruvius’ ideeën gebruikten voor hun tekeningen van ideale lichaamsverhoudingen.

38
Q

Leg uit waarom de ‘Vitruviusman’ een voorbeeld van antropocentrisme is

A

Da Vinci plaats letterlijk de mens centraal in zijn tekening. Hij heeft oog voor details en bestudeert
de bouw van het menselijk lichaam tot in de details.

39
Q

Leg uit waarom de Vitrivuvisuman bij uitstek het ideaal van de homo universalis belichaamt.

A

Da Vinci combineert kunsten (tekenkunst) met wetenschappen (wiskundige verhoudingen). Op
deze manier laat hij zien hij zich als mens op allerlei verschillende vlakken ontwikkelde.