Toets 2 Flashcards

1
Q

De Europese motieven voor de ontdekkingreizen

A

Azië was eeuwenlang het kerngebied van de internationale handel. De Europeanen kochten er sinds de klassieke oudheid specerijen en andere luxeproducten (zoals zijde en parels) die nergens anders te vinden waren.
De weg van specerijen in de middeleeuwen voor ze in west-Europa aankwamen.
De Indiërs ➔ 2. Arabieren ➔ 3. Byzantijnen ➔ 4. Venetianen/Genuezen ➔ 5. Rest van Europa
Deze vele tussenhandelaars willen winst maken en verkopen hun producten telkens met winst door. Op deze manier worden de specerijen “peperduur” voor de Europeanen.
Maar na 1453 kwam er nog een groter probleem.
De val van het Byzantijnse rijk (Oost-Romeinse rijk): door de komst van de Turken (Osmaanse Rijk) werden handelsroutes naar het Oosten afgesloten voor de Europeanen.
d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie stimuleert de Portugese ontdekkingsijver.

A

In 1385 bestijgt Jan I van Aviz de Portugese troon. Zijn zonen stimuleren de ontdekkingen. In latere eeuwen schrijven geschiedschrijvers die inspanningen vooral toe aan de derde zoon van Jan: prins Hendrik (1394-1460).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Redenen dat Hendrik de Zeevaarder de reizen financieerde.

A
  • Een alternatieve handelsroute met Azië.
  • Zoekt christelijke vorsten om handel mee te drijven.
  • Wil weten hoe ver de Islam zich over de wereld heeft verspreid.
  • Zoekt christelijke vorsten als bondgenoot tegen de “moren” (= moslims)
  • Wil het christendom verspreiden over de wereld.
    -goud en slaven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Invloed Johan II

A

Johan II van Portugal stimuleerde de Portugese ontdekkingsreizen door aan Diogo Cam, een ontdekkingsreiziger, schepen en het bevel om verder Afrika te ontdekken .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kompas

A

Chinese uitvinding uit de oudheid (2de eeuw v.o.t). Door Arabische handelaren naar Europa gebracht.

Helpt bij navigatie van de schepen op zee op basis van win

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heliocentrisme

A

N. Copernicus (16de eeuw). Een Poolse astronoom uit het HRR. Galileo Galilei (17de eeuw). Een Italiaanse wiskundige uit Pisa.

Op basis van de stand van de hemellichamen kan metn zich beter oriënteren en navigeren op zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Globe

A

Martin Behaim

Helpt bij het uitstippelen van routes op zee, oriëntatie en navigatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mercatorprojectie = techniek om de wereldbol op een plat vlak af te beelden

A

G. Mercator (= bekende cartograaf uit de 16de eeuw uit de Nederlanden, inwoner van Sint-Niklaas)

Helpt bij het uitstippelen van routes op zee, oriëntatie en navigatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Boekdrukkunst

A

J. Gutenberg = uitvinder van de boekdrukkunst met losse letters uit de 15de eeuw C. Plantijn = bekende drukker uit Antwerpen (16de eeuw)

Zorgt voor een snelle verspreiding van (wetenschappelijke) kennis en kaarten. Op deze manier kon kennis over de ontdekkingsreizen snel verspreid worden, net als technologische kennis over scheepsvaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kraak

A

Spaanse uitvinding

Zeeschip dat nog groter is dan het Portugese karveel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Karveel

A

Portugese uitvinding

Snel en relatief wendbaar zeeschip met veel vrachtruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Astrolabium

A

Uitvinding uit de Griekse klassieke oudheid (4de eeuw n.chr.). Het instrument en de kennis ervan werd in de middeleeuwen bewaard in de Arabische wereld.

Instrument waarmee men kan afleiden hoe laat het is door het situeren van hemellichamen. Het instrument meet de hoek tussen horizon en hemellichaam waardoor de breedtegraad bepaald kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Portolanen = gedetailleerde zeekaarten met nauwkeurig getekende kustlijnen (en info zoals havens en stromingen)

A

Europese uitvinding uit de middeleeuwen (afkomstig uit de grote, Italiaanse handelshavens zoals Genua en Venetië).

Helpt bij het uitstippelen van routes op zee, oriëntatie en navigatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kaap Bojador

A

zij dachten dat hierachter enkel een groene zee en duisternis schuilde. De zon zou zo dicht bij de aarde staan dat mensen er zwart kleurden. Draaikolken en dikke groene mistbanken zouden het er onmogelijk maken om verder te varen. Bovendien bevonden zich zeemonsters die zich in de diepte schuilhielden en schepen deden zinken.
Waarom hadden deze schepen in werkelijkheid moeite om de Kaap te ronden?
De stroming zorgde ervoor dat de kaap moeilijk te nemen was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Handelsneerzettingen

A

De Portugezen stichtten handelsnederzettingen langs de Afrikaanse kusten en drongen steeds verder naar het zuiden door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het uiterste zuiden van Afrika
bereiking
naam

A

In 1488 bereikte Bartolomeu Diaz het uiterste zuiden van Afrika, dat hij de Kaap der Stormen noemde; de Portugese koning veranderde deze naam later in de Kaap De Goede Hoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Portugees bereik India

A

De expeditie die in 1498 voor het eerst India zou bereiken, stond onder leiding van Vasco da Gama.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Portugese handelstrajecten

A

De Portugezen maakten hun handelstrajecten rendabel via factorijen, versterkte vestigingen die tot stand kwamen na onderhandelingen of militaire acties met de lokale bevolking.

19
Q

scheurbuik

A

Hun doel was om handelswaar te verkrijgen en schepen te bevoorraden, vooral tegen scheurbuik, veroorzaakt door een gebrek aan vitamine C door te weinig verse groenten en fruit.

20
Q

Colombus zijn overtuiging

A

Christoffel Columbus was ervan overtuigd dat de aarde rond was en dat het mogelijk moest zijn om langs het westen naar India te varen. Jarenlang probeerde hij vorsten te overtuigen zijn expeditie te financieren, maar had geen succes bij de Portugese, Franse en Engelse koningen. Uiteindelijk besloot koningin Isabella van Castilië om hem een kans te geven, op voorwaarde dat de nieuw ontdekte gebieden bezit van de Spaanse kroon zouden worden.

21
Q

Spaans vertrek naar “India”

A

Op 3 augustus 1492 vertrokken drie kleine schepen, de Pinta, de Niña en de Santa Maria, op expeditie.

22
Q

Ontdekking Colombus

A

Op 12 oktober 1492 kreeg Columbus land in zicht, dat hij San Salvador noemde, in de veronderstelling dat hij India had bereikt. Hij noemde de bevolking Indianen.

23
Q

Americaanse naam

A

Amerigo Vespucci gaf het nieuwe continent zijn naam.

24
Q

beschavingen die leefden in Midden-en Zuid-Amerika tijdens de middeleeuwen

A

de Inca’s, de Maya’s en de Azteken

25
Q

De manier waarop Hernán Cortés zich onderscheidt van andere Spaanse veroveraars.

A

Cortez bracht het grootste tot dan toe bijeengebrachte leger vanuit Spanje mee om delen van de Nieuwe Wereld te veroveren voor de Spaanse kroon.

26
Q

Cortez zijn ultiem doel

A

Montezuma’s Aztekenrijk (en hoofdstad Tenochtitlan) veroveren

27
Q

De wapens waarover Cortes beschikte waren

A

Zwaarden, kanonnen, musketten, gevechtshonden, paarden, pijl en boog.

28
Q

Hij had ook nog een paar andere voordelen bij zijn veroveringscampagne in Midden-Amerika.

A

De conquistador Cortes had tijdens zijn veroveringstocht in 1519 het geluk dat hij de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan bezette op een moment waarop de Azteken geen oorlog voerden (vanwege het oogstseizoen). Bovendien dachten zij dat Cortes hun teruggekeerde god Quetzalcoatl was.

29
Q

Conquistadores

A

Pol.
Spaanse avonturiers die in de 15de en 16de eeuw een groot deel van Latijns-Amerika en de Filipijnen met geweld onder Spaanse controle brachten. Nadat Columbus het Amerikaanse continent had bereikt, stuurden de Spaanse koningen al snel expedities uit om de ‘Nieuwe Wereld’ te veroveren en te evangeliseren.

30
Q

imperialisme

A

Pol.
Het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. Het overnemen gebeurt niet, zoals bij kolonialisme, alleen om economische redenen, maar ook om de eigen cultuur en politiek over te brengen of deze zelfs op te leggen aan de overheerste bevolking.

31
Q

kolonisatie

A

Pol.
Eco.
Fenomeen waarbij een land (in dit geval Spanje) een deel van zijn bevolking vestigt in een gebied dat tot dan toe nog niet werd bewoond door die bevolking. Dit gaat meestal gepaard met de politieke onderwerping en economische uitbuiting van de bezette bevolking door het moederland.

32
Q

Colombiaanse uitwisseling

A

Eco.
Soc.
Cul.
Uitwisseling van nieuwe producten, cultuur en ziekten tussen de Oude en de Nieuwe Wereld.

33
Q

driehoekshandel

A

Eco.
De driehoekshandel of driehoeksvaart was de handel tussen Europa, Amerika en Afrika. Schepen vertrokken uit West-Europa met als handelswaar vooral vuurwapens, buskruit, ijzer en textiel. Deze werden verhandeld voor Afrikaanse slaven.

34
Q

bekeren

A

Het overgaan of doen overgaan naar een andere godsdienst. De Spanjaarden wouden de indianen bekeren tot het christendom (christianiseren).

35
Q

demografie

A

Studie van de cijfermatige aspecten van de bevolking

36
Q

Encomienda

A

Pol.
Eco.
Soc
Encomienda betekent ‘in bezit nemen”. Spanje namen massaal grond in beslag in de Nieuwe Wereld. Deze nieuwe bezittingen (landerijen, plantages) werden, met de mensen erbij, verdeeld onder Spanjaarden die het als beloning kregen voor bewezen diensten.

37
Q

Afrikaanse slavenhandel

A

Eco.
Fenomeen waarbij miljoenen Afrikanen werden ontvoerd, verkocht en tot slavernij gedwongen. Europese koloniale mogendheden, zoals Portugal en Spanje verhandelden van de 15de tot de 19de eeuw zwarte slaven als onderdeel van de trans-Atlantische handel.

38
Q

kolonisatie nieuwe wereld
Sociale gevolgen

A

De Spaanse conquistadores veroverden inheemse rijken en vestigden een strikte Spaanse heerschappij. Dit leidde tot de invoering van het encomienda-systeem, waarbij inheemse bevolkingsgroepen gedwongen arbeid moesten verrichten voor de Spaanse kolonisten. Dit resulteerde in een diepgewortelde sociale ongelijkheid en uitbuiting van de lokale bevolking.

39
Q

kolonisatie nieuwe wereld
Economische gevolgen

A

De ontdekking van enorme hoeveelheden zilver en goud, vooral in gebieden zoals Mexico en Peru, versterkte de economische macht van het Spaanse rijk. De focus lag sterk op economische exploitatie, waarbij edelmetalen werden teruggestuurd naar Spanje, wat de rijkdom en invloed van Spanje verder vergrootte.

40
Q

kolonisatie nieuwe wereld
Politieke gevolgen

A

Spanje vestigde een strikte politieke controle over de Nieuwe Wereld, met onderkoningen en gouverneurs die door de Spaanse kroon werden benoemd. Dit leidde tot een complexe koloniale bureaucratie en politieke afhankelijkheid van Spanje. Tegelijkertijd ontstond er verzet van inheemse bevolkingsgroepen, zoals de opstand van Tupac Amaru II in Peru, die streefden naar onafhankelijkheid en autonomie.

41
Q

kolonisatie nieuwe wereld
Culturele gevolgen

A

De kolonisatie leidde tot de verspreiding van het katholicisme, met missionarissen die actief inheemse bevolkingen probeerden te bekeren. Dit resulteerde in culturele assimilatie en een verandering in geloofssystemen. Daarnaast vond de Colombiaanse uitwisseling plaats, waarbij gewassen, dieren en culturele elementen werden uitgewisseld tussen de Oude en de Nieuwe Wereld, wat de voedselproductie en -cultuur veranderde.

42
Q

kolonisatie nieuwe wereld
demografische gevolgen

A

De Spaanse kolonisatie leidde tot aanzienlijke demografische veranderingen. Inheemse bevolkingen werden zwaar gedecimeerd door ziekten zoals pokken en mazelen, die door Europeanen werden geïntroduceerd. Om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen, werd de Afrikaanse slavenhandel geïntroduceerd, wat de demografie van de regio ingrijpend veranderde.

43
Q

In het kort

A

het creëerde sociale ongelijkheid, leidde tot economische exploitatie, bevorderde culturele versmelting, vestigde politieke controle en veroorzaakte demografische verschuivingen. Deze effecten blijven de geschiedenis en de hedendaagse realiteit van de Amerika’s beïnvloeden en hebben bijgedragen aan de vorming van de moderne wereld.