toepassing van enzymen: spijsvertering bij de mens Flashcards
1
Q
functies spijsvertering
A
- verwijderen onverteerbare stoffen
- voedsel mechanisch bewerken
- voedsel chemisch bewerken
- opname voedingsstoffen
2
Q
temperatuur in de mondholte
A
37°C
3
Q
pH in de mondholte
A
ongeveer 7
4
Q
chemische vertering in de mondholte dmv
A
speeksel
5
Q
mechanische vertering in de mondholte dmv
A
tanden en kiezen
6
Q
waar bevinden zich de huig en strotklepje?
A
keelholte
7
Q
functie huig bij slikreflex
A
afsluiten neusholte
8
Q
functie strotklepje bij slikreflex
A
afsluiten luchtpijp
9
Q
verteringssap in de mondholte
A
speeksel
10
Q
speeksel bestaat uit
A
- slijm: glad maken van voedsel
- water
- enzym: amylase
11
Q
wat wordt er verteerd in de mondholte?
A
zetmeel wordt door amylase omgezet in maltose
12
Q
wat gebeurt er in de slokdarm?
A
darmperistaltiek
13
Q
darmperistaltiek door
A
lengtespieren en kringspieren
14
Q
temperatuur in de maag
A
37°C
15
Q
pH in de maag
A
1,5 - 3,5