TNM classificatie Flashcards

1
Q

Beschrijf T1 [algemeen]

A

Tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf T1a

A

Tumor kleiner of gelijk aan 2 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf T1b

A

Tumor groter dan 2, maar kleiner of gelijk aan 3 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf T2

A

Tumor groter dan 3 cm, maar kleiner of gelijk aan 7 cm

  • betrokkenheid hoofdbronchus, groter of gelijk aan 2 cm vanaf de carina
  • invasie in viscerale pleura
  • geassocieerd met atelectase of obstructieve pneumonitis dat zich uitbreidt in de hilaire regio, maar niet de hele long betreft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf T2a

A

Tumor groter dan 3 cm, maar kleiner of gelijk aan 5 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf T2b

A

Tumor groter dan 5 cm, maar kleiner of gelijk aan 7 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf T3

A

Tumor groter dan 7 cm of een tumor die direct invadeert in:
1. thoraxwand (incl pancoasttumor)
2. diafragma
3. n. phrenicus
4. mediastinale pleura
5. hoofdbronchus kleiner dan 2 cm distaal van de carina, zonder betrokkenheid ervan.
6. atelectase of obstructieve pneumonitis van de gehele long
OF
- separate tumornodi in dezelfde lob als de primaire tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf T4

A
Tumor van elke grootte die invadeert in:
1. mediastinum
2. hart
3. grote vaten
4. trachea
5. n. laryngeus recurrens
6. oesophagus
7. wervels
8. carina
OF;
- separate tumornodi in een andere ipsilaterale lob t.o.v. de primaire tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf N1

A

metastasen in ipsilaterale peribronchieale en/of ipsilaterale hilaire lymfklieren en intrapulmonaire nodi, inclusief betrokkenheid door directe invasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf N2

A

metastasen in ipsilaterale mediastinale en/of subcarinale lymklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf N3

A

metastasen in contralaterale mediastinale of hilair, ipsi of contralaterale scalene of supraclaviculaire lymfklieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf M1a en M1b

A

M1a:
- separate tumornodi in contralaterale lob
- pleurale nodi
- maligne pleurale of pericardiale effusie
M1b:
- afstandsmetastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Betrokkenheid van viscerale pleura is een T2 kenmerk. Hoe wordt dit gedefinieerd?

A

Doorgroei door de lamina elastica [Verhoeff]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lymfklier betrokkenheid heeft prognostische en therapeutische consequenties. Wat is het advies voor stageren ervan?

A

Gebruik nodale kaart voor de precieze definitie van de nodale grenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zijn ‘isolated tumor cells’ gedefinieerd?

A

grootste dimensie van tumorcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly