Theorieën Flashcards

1
Q

Verwachtingstheorie

A

theorie die stelt dat mensen gemotiveerder worden om iets te doen/te bereiken als ze van zichzelf verwachten dat ze erin zullen slagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Prestatiedrang

A

need for achievement, n Ach

het verlangen om een moeilijk maar verlangd doel te bereiken.

Daar hoort ook bij dat je hard je best doet en veel traint om bijvoorbeeld te winnen bij een wedstrijd.

Henry Murray ontwikkelde de TAT (Thematic Apperception Test)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

TAT

A

Murray

Thematic Apperception Test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn proximale prikkels

A

zijn stimuli die de directe omgeving van een organisme kunnen veranderen

en de motivatieprioriteit beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kunnen motivatieprioriteiten veranderen

A

Prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

individualistische landen?

A

zoals de VS en Canada

waarderen persoonlijke prestaties en zelfstandigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

collectivistische culturen?

A

zoals in Zuid-Amerika, Azië, en Afrika

hechten waarde aan loyaliteit en leggen de nadruk op eer voor de familie, het team of de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer werken beloningen

A
  • Beloningen kunnen een effectieve manier zijn om mensen te motiveren voor dingen die ze anders niet zouden doen. Bijv. vervelende klusjes.
  • Beloningen kunnen motivatie vergroten.
  • Beloningen kunnen intrinsieke motivatie nadelig beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De instincttheorie

A

William James

het idee dat bepaalde gedragspatronen worden bepaald door aangeboren factoren. (nature)

Instincten zijn aangeboren gedragspatronen. Ze geven een verklaring voor cycli in diergedrag.

Bijv. Zalmen die tegen de stroom in zwemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gefixeerd actiepatroon

A

Genetisch bepaald gedragspatroon dat bij alle individuen van een soort voorkomt en dat door een specifieke stimulus wordt ontketend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

volgens Freud de twee elementaire verlangens van het id?

A

Volgens Freud komen motivatie en verlangens uit het id, waar zich twee krachten bevinden: Eros (het erotische of constructieve verlangen) en Thanatos (de agressieve of destructieve impuls).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eros

A

het erotische of constructieve verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Thanatos

A

de agressieve of destructieve impuls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subliminale priming

A

wordt vastgesteld op basis van een “geprimed” stimuli die onder de drempel van bewuste detectie ligt

Dus ONBEWUST
Mindlessness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TAT test

A

Je krijgt een plaatje te zien en je moet een verhaal erbij vertellen

Er is van te voren al een schaal bepaald (gecodeerd), obv je verhaal wordt je score bepaald.

Voorbeeld verhaal over viool of een stel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PMT test

A

Prestatie motivatie test

Hubert Hermans

Drie factoren
1. Prestatiemotivatie
2. Negatieve faalangst
3. Positieve faalangst (doen alsof je iets heel goed kan)