Thema 8 Technologie en baanonzekerheid Flashcards
Technologie en baanonzekerheid
Technologische ontwikkelingen spelen van oudsher een belangrijke rol bij de vormgeving van arbeid en organisatie. De invoering van informatietechnologie heeft echter ook geleid tot specifieke klachten met betrekking tot gezondheid en welbevinden. In dit thema leer je over de gevolgen van het gebruik van technologie voor de gezondheid en het welbevinden van werknemers.
De invoering van informatietechnologie heeft geleid tot klachten over visuele problemen en aandoeningen van het bewegingsapparaat spieren en gwichten, maar er zijn ook indicaties van psychologische problemen.
Onder meer door de recente golf aan informatisering en robotisering is ook in deze eeuw baanonzekerheid een blijvende dreiging voor werknemers. In dit thema kom je meer te weten over de definitie, oorzaken, gevolgen en aanpak van baanonzekerheid.
Welke risico’s kleven er aan de technologische ontwikkelingen in arbeid en organisatie?
Er is een verschuiving van fysieke naar mentale arbeidsbelasting waarbij fouten of onoplettendheid soms grote gevolgen kunnen hebben. Hierbij zijn de ervaren werkdruk en de mentale belasting hoog; de werknemer moet voortdurend alert zijn. Iemand loopt grotere kans op compensatoire inspanning (zie ook hoofdstuk 3 van het tekstboek over mentale belasting). Door deze ontwikkeling zijn mensen ook minder in beweging. Bewegingen zijn vaak repetitief en houdingen statisch. Naast gezondheidsgevolgen van te weinig beweging lopen werknemers een grotere kans op klachten aan arm, nek en schouders (KANS-klachten, oftewel RSI-klachten).
De belangrijkste risico’s zijn:
#Snelle en voortdurende ontwikkelingen in technologie maakt dat mensen zich voortdurend moeten aanpassen. Dit kan werknemers het gevoel geven onvoldoende competent te zijn, wat een negatieve invloed kan hebben op welbevinden. Ook kunnen werknemers zich bedreigd voelen door technologie.
#Geringe beïnvloedingsmogelijkheden op technologische producten waarmee iemand moet werken (bijvoorbeeld computerstoringen) kunnen een bron van stress zijn, evenals de enorme hoeveelheid aan informatie die werknemers tot zich moeten of kunnen nemen (e-mails, internet).
#Het nieuwe werken brengt vooral voor werknemers met kinderen meer werkstress met zich mee.
Hoe kunnen deze risico’s worden beperkt? Wat zijn daarbij belangrijke aandachtspunten?
Het belangrijkste is dat werkgevers en adviseurs (bijvoorbeeld A&G-psychologen) aandacht hebben voor de manier waarop het werk wordt ingericht. Dit heeft namelijk consequenties voor het welbevinden en de gezondheid van werknemers. Een paar aandachtspunten zijn:
#gebruikersvriendelijkheid van computers en automatiseringssystemen. Er moet afstemming zijn tussen de techniek en het sociale systeem (werknemer, afdeling) waarbij rekening gehouden wordt met de capaciteiten van werknemers. Laat werknemers hierin meedenken.
#aandacht voor (het reguleren van) de werkdruk, de inrichting van de fysieke werkomgeving, voldoende afwisseling en beweging.
#Zorg dat mensen bij het invoeren van nieuwe technologische materialen of producten goed geïnformeerd of getraind worden.
Het artikel van Plomp & Peeters (2020) geeft inzicht in de invloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn van de werknemer. De auteurs bekijken deze invloed vanuit het job demands-resources (JD-R)-model.
Beschrijf dit perspectief kort in eigen woorden en beargumenteer of jij je hierin kunt vinden.
Volgens het JD-R model bestaat elke baan uit taakeisen en hulpbronnen:
-taakeisen:facetten die gepaard gaan met voortdurende fysieke of mentale belasting
-hulpbronnen: aspecten die werknemers helpen het werk uit te voeren en persoonlijke groei en ontwikeling stimuleren.
Het evenwicht tussen taakeisen en hulpbronnen bepaalt voor een groot deel de werkuitkomsten en het welzijn van werknemers. Het hebben van voldoende hulpbronnen motiveert om werkdoelen en een vorm van werkbevlogenheid te behalen.
Taakeisen veranderen als gevolg van technologische ontwikkelingen. Dit betekent meestal ook dat er andere of aanvullende hulpbronnen nodig zijn. In het artikel is onderzocht in hoeverre taakeisen en hulpbronnen veranderen bij de invoering van technologische ontwikkelingen en hoe dit samenhangt met het welzijn van werknemers.
De literatuurstudie laat zien dat technologische vernieuwingen vaak gepaard gaan met intensivering van taakeisen en een verandering in hulpbronnen. De invloed op welzijn is niet eenduidig, maar wel is duidelijk dat de toename in taakeisen op zichzelf samenhangt met verminderde welzijnsuitkomsten.
technologie en arbeid in historisch perspectief
Smith (1776) formuleerde het principe van ‘vrije markt’ en ‘verdeling van werk’ als leidend principe om de samenleving in te richten.
hulpmiddelen dienen om effectiever en efficienter te kunnen werken, in arbeidstermen dus het verhogen van productiviteit. Ze worden ingezet ter vervanging van menskracht (subsitutie) en voor het opheffen of omzeilen van menselijke beperkingen, of ten behoeve van het uitbreiden van de eigen mogelijkheden.
#Babbage (1791) deelde door hem geïnspireerd werk op in verschillende operaties die sterk in complexiteit van elkaar verschilden, zodat niet elke werknemer over dezelfde capaciteiten hoefde te beschikken. Dit is een horizontale verdeling van werk, wat leidt tot verschaling van de taakinhoud.
#Taylor (1865) ging hierin een stap verder met zijn Taylorisme en ontnam werknemrs ook de zeggenschap over de wijze van taakuitvoering.
#Ford introduceerde de lopende band (assembly line)
Deze verdelingen en versimpelingen van werk zijn belangrijk geweest voor de verdeling vanmacht binnen bedrijven en hebben de basis gelegd voor de verdere invoering van technologie in het arbeidsproces
De verdere ontwikkeling van het gebruik van technologie in het arbeidsproces laat zich globaal indelen in 4 fases:
*Mechanisering: substitutie van spierkracht bij simpele en repeterende operaties
*Automatisering: onderlinge afstemming van simpele operaties (timing) door machines, intoductie van de computer en aanvang van kantoorautomatisering
*Computerisering: de ontwikkeling van microchips leidde tot steeds snellere computers, die tot meer autonome machines konden worden geprogrammeerd (robots) Deze kunnen worden ingezet bij zeer nauwkeurige handelingen.
*Informatie en communicatie technologie: internet, communicatie, bediening op afstand.
De fysieke inbreng van de mens in het productieproces is over tijd steeds meer teruggedrongen voor veel mensen is ‘informatie’ het belangrijkste object van arbeid. Dat betekent dat ook werkeisen zijn veranderd: werk heeft een meer cognitief karakter gekregen, wat met een hogere mentale belasting gepaard gaat.
effect van technologie op gezondheid en welbevinden
Blauner (1964) toonde aan dat werknemers in de auto industrie zowel op het werk als in hun vrije tijd erg passief waren en weinig initiatieven namen.
Zijn verklaring was hun uiterst monotone en geestdodende werk aan de lopende band wat ertoe leidde dat werknemers van zichzelf vervreemd (alienated) raakten.
Johansson (1878) toonden aan dat werknemers die geen invloed hadden op hun eigen werktempo veel psychologische klachten hadden en interpreteerden dit in functie van aangeleerde hulpeloosheid.
Automatische systemen vergen weinig ingrijpen en tegelijkertijd groeit de ‘wachttijd’ of de tijd dat een operator bij de machine moet blijven zonder activiteit uit te voeren. De wachttijd bedraagt gemiddeld meer dan 20% van de werktijd.
Het inzicht dat de invloed van technologie op mensen plaatsvindt via de kenmerken van de taak, heeft geleid tot de sociotechnische benadering voor systeemontwerp: niet alleen de technische ontwikkeling van systemen is belangrijk, maar deze benadering maakt ook onderscheid tussen het technische en het sociale systeem. Bij de ontwikkeling van complexe systemen dient gekeken te worden naar zowel de techniek als het sociale systeem (mensen, team) waarbij gestreefd wordt naar onderlinge afstemming en gezamenlijke optimalisatie.
computerwerk en stress
Werknemers in lagere functies rapporteren een grotere toenanme in intensiteit van van computerwerk dan werknemers in middelste en hoger functiegroepen. Dit kan te wijten zijn aan de verschraling van de taakinhoud: meer monotoomn en routinematig werk, terwijl voortdurend aandacht vereist is.
#Velen vinden het moeilijk om om te gaan met de hoeveelheid informatie die computerwerk met zich meebrengt. In dat geval wordt er gesproken over informatie stress of keuzestress. Het afhandelen van email houdt vaak niet alleen lezen in, maar vaak wordt er ook een activiteit verwacht naar aanleiding van die email.
#Ook ‘grenzeloos werken’, waar werknemers ‘s avonds nog via elektronische kanalen werken of berichten beantwoorden betekent dat werdagen in de praktijk langer zijn geworden ook ‘nieuw werken’ waarbij iemand geen vaste werkplek meer heeft maar thuis of op een andere locatie werkt, draagt bij aan de vervaging van de grenzen van werk en prive. Mensen missen hierdoor ook informele ontmoetingen.
EPM Electronic Performance Monitoring is een ander voorbeeld van computerstress. Werknemers hebben hierdoor het gevoel voortdurend op de vingers te worden gekeken en voelen zich opgejaagd, wat spanningsklachten kan veroorzaken.
#registratie van tijdsduur van werken aan de pc wordt tegenwoordig ook toegepast op ‘repetitive strain injury’ te bestrijden
*statische belasting: het langdurig of veelvuldi aanhouden van een bepaalde (onnaturrlijke) houding
*dynamische belasting: veelvuldig herhaalde beweging
*uitoefenen van ongewone kracht om een taak uit te voeren, vooral in combinatie met een onnatuurlijke houding.
de inloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn: een systematische literatuurstudie
Uit het meeste onderzoek blijkt dat na invoering van een nieuwe technologie de werkdruk toeneemt. De complexiteit van het werk neemt toe de taakeisen en de stijging is aanzienlijk groter voor mensen met een laag baanniveau. Daarbij hangen deze taakeisen vaak negatief samen met welzijnsuitkomsten.
Voor werknemers die een nieuw systeem geïnplimenteerd kregen, waren de positieve relaties tussen afwisseling in vaardigheden, autonomie, feedback en werktevredenheid significant minder sterk vergeleken met werknemers die niet met het nieuwe systeem werkten. Dit modererende effect van technologische vernieuwing werd niet gevonden op de relatie tussen de hulpbronnen en taakidentiteit en werktevredenheid.
De implimentatie van een nieuw systeem is positief gerelateerd aan informatiefeedback, een belangrijke voorspeller van werkbevlogenheid.
De relatie met hulpbronnen en het verband tussen de veranderende werkkenmerken en welzijn is minder eenduidig. wat betreft verandering in hulpbronnen suggereren de meeste bevindingen een positieve relatie tussen de invoering van een nieuw systeem en verschillende hulpbronnen zoals autonomie en feedback. Echter bleek de ervaren controle sterk te verminderen.
Wel suggereren de resultaten dat een gerichte training en self efficacy een belangrijke rol spelen bij het waarborgen van een motiverende werkomgeving na de implementatie van een nieuw systeem.
De implementatie van een nieuw systeem zou een negatieve invloed kunnen hebben o pwelzijnsuitkomsten, wanneer enkele geken wordt naar de directe relatie.
Een belangrijk vraagstuk is wat de opmars van nieuwe technologieën (bvb blockchain, internet of things, robotisering, big data, AI) betekent voor de toekomst van werk en hoe een stimulerende en gezonde werkomgeving gewaarborgd kan worden temidden van deze nieuwe technologieën.
welzijn van werknemers wordt doorgaans beoordeeld in 2 dimensies
- de mate waarin iemand een positieve (bvb plezier, tevredenheid) of negatieve (bvb angst gespannenheid) beleving van het werk heeft.
- of deze beleving meer passief (bvb somber, tevreden) dan wel actief (bvb enthousiast, gestresst ) is
Bvb tevredenheid wordt gekenmerkt door een positieve, passieve beleving (rustig, kalm) en bevlogenheid door een positieve actieve beleving. (opgewonden ,gelukkig
Burn-out is dan en passieve negatieve beleving (moe, bedroefd)
Werkverslaafd actieve negatieve beleving (gespannen en rusteloos)
technologische vernieuwing
de introductie van nieuwe technologische materialen, apparatuur of software systemen in een organisatie, die de manier van werken of geleverde dienst substantieel verandert.
Digitalisering van de zorg
De zorg is één van de branches waarin er momenteel een digitale transitie plaatsvindt. De zorg kan namelijk vaak slimmer en beter worden ingericht met behulp van eHealth. Toenemende werkdruk, schaarste aan personeel en hoge administratieve lasten geven dit proces extra stimulans. Maar, de inzet van digitale tools kan alleen succesvol zijn als de technologie goed werkt voor gebruikers en aansluit op zorgprocessen binnen en tussen zorginstellingen.
Deze digitalisering heeft natuurlijk gevolgen voor de zorgorganisatie, zorgverleners en patiënten. In deze opdracht staat de zorgverlener als werknemer centraal. Het werk van zorgverleners krijgt door de digitalisering namelijk een andere inhoud en medewerkers moeten over voldoende digitale vaardigheden beschikken om met digitale hulpmiddelen te kunnen werken.
Op welke manier kan de informatie op de website digivaardigindezorg.nl zorgprofessionals ondersteunen bij de veranderingen in hun werk? Welke van de praktische aanbevelingen uit het artikel zie je terug?
De website ondersteunt zorgprofessionals door het aanreiken van kennis en hulpmiddelen waarmee zorgverleners hun hulpbronnen kunnen vergroten, onder andere:
*met informatie over digitale vaardigheden die de zorgverlener nodig heeft en een bijbehorend assessment tool om de eigen digitale vaardigheden te meten. Dit dient als bewustwording voor organisaties, managers en zorgverleners om aan de hand van een assessment gericht te kijken welke bijscholing nodig is.
*met leermiddelen over diverse veelgebruikte digitale toepassingen (Microsoft Office, Privacy issues en veiligheidsinstellingen, eHealth-toepassingen).
*door werkgevers te laten zien dat digicoaches op de werkvloer zorgverleners kunnen helpen bij het ontwikkelen van hun digitale vaardigheden.
*door de inzet van digicoaches op de werkvloer (bieden van ondersteuning in de werkomgeving).
*door het opstellen van functieprofielen van veelvoorkomende functies in de zorg waarin digitale vaardigheden zijn opgenomen.
Welke van de praktische aanbevelingen die zijn gegeven in het artikel zie je nog niet terug, maar zouden wel nuttig zijn om zorgverleners te ondersteunen in het digitaliseringsproces?
jobcrafting: geef zorgverleners de mogelijkheid om bepaalde werkkenmerken van hun baan aan te passen en vorm te geven zodat deze beter aansluiten bij hun voorkeuren en behoeftes.
baanonzekerheid
een subjectieve perceptie, de bezorgdheid over het voortbestaan van de huidige arbeidsplaats. Het wordt wel eens gelijkgesteld aan ‘zich met werkeloosheid bedreigd voelen.’ Over het algemeen komt de subjectieve inschatting van de eigen kans op afdanking goed overheen met de objectieve kans op baanverlies