Thema 6 Begrippen Flashcards
Biotische factoren
Invloeden afkomstig van de levende natuur
Abiotische factoren
Invloeden afkomstig van de levenloze natuur
Ecosystem engineer
Soorten die een grote invloed hebben op abiotische factoren
Kantelpunt
Overgang van het ene systeem naar het andere
Organisatieniveaus
Niveau waarop het leven kan worden bestudeerd
Biosfeer/ systeem aarde
Het gedeelte van de aarde en de atmosfeer (Dampkring) dat door organismen wordt bewoond
Ecosysteem
Een min of meer natuurlijk begrensd deel van de biosfeer (duingebied)
Levensgemeenschap
De verzameling van alle organismen die in een ecosysteem leven
Populatie
Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die samen een voortplantingsgemeenschap vormen
Individu
Één enkel organisme
Genoom
De verzameling van alle verschillende DNA-moleculen
Emergente eigenschappen
Nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen
Verspreidingsgebied (areaal)
Het gebied op aarde waar individuen van een bepaalde soort voorkomen
Tolerantie
Het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen
Tolerantiegrens
de uiterste waarde van een abiotische milieufactor, waarbij individuen van een soort nog net in leven blijven
Tolerantiegebied
Traject tussen minimum en maximum
Beperkende factor
- Factor die de snelheid van een proces laag houdt 2. Factor die het aantal individuen in een populatie laag houdt - bijv. voedsel
Optimumkromme
Geeft de tolerantiegrenzen, het tolerantiegebied en het optimum weer
Stress
Wanneer een organisme zich in de stresszone bevindt. Hij ervaart dan stress, omdat hij zich dan niet in een optimale omgeving bevindt.
Klimaat
een combinatie van verschillende abiotische factoren zoals temperatuur, wind, licht en neerslag
Macroklimaat
Een groot gebied op aarde, waarbinnen (vrijwel) hetzelfde klimaat heerst.
Microklimaat
Het klimaat in een heel beperkt begrensd gebied.
Poikilotherm
Koudbloedig, lichaamstemp ong gelijk aan omgeving
Homoikilotherm
Warmbloedig, constante lichaamstemp
Cuticula (waslaagje)
Het vettige laagje op de bladeren van planten. De cuticula beschermt de plant tegen uitdroging.
Humus
uit humus ontstaan mineralen door activiteiten van reducenten. (Bacteriën en schimmels)
Uitspoeling
regenwater (met mineralen) spoelt snel weg naar diepere aardlagen (humusarme bodem)
Grondwaterstand
Hoeveel water zich in een bepaald deel grond bevindt
Competitie
Concurrentie proces waarbij individuen elkaar in hun bestaan nadelig beïnvloeden als gevolg van een gemeenschappelijke beperkende milieufactor. Competitie kan binnen de soort en tussen soorten optreden
Natuurlijke selectie
Verschijnsel dat individuen met een beter aan het milieu aangepast genotype een grotere overlevingskans en voortplantingskans hebben en daardoor meer in de populatie zullen voorkomen dan andere.
Territorium
Gebied dat door een of meer individuen van een soort wordt bezet en tegen binnendringende soortgenoten wordt verdedigd
Coöperatie
Samenwerking tussen individuen van dezelfde populatie
Paren
2 individuen
Groepen
Meerdere individuen bij elkaar
Staten
Samenlevingsvorm bij insecten, met daarbinnen een duidelijke taakverdeling
Populatiedichtheid
Het gemiddeld aantal individuen per oppervlakte-eenheid
Verspreidingspatroon
Gegroepeerde, regelmatige of willekeurige verspreiding.
Dichtheidsafhankelijke factoren
Factoren die de populatiedichtheid beïnvloeden, nemen af bij kleinere populatie
Dichtheidsonafhankelijke factoren
Factoren die de populatie beïnvloeden, los van de grootte van de populatie
Negatieve terugkoppeling
Verschijnsel dat een proces wordt beïnvloed door zijn eigen resultaat. Als de invloed remmend is spreekt men van negatieve terugkoppeling,
Biologisch evenwicht
Toestand waarbij de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde
Zelfregulatie
Mechanismen van een organisme om zichzelf in leven te houden. Zelfregulatie komt tot stand door hormonen, zenuwen, zintuigen en transport van stoffen.
Geboortecijfer
Aantal individuen dat per tijdseenheid door voortplanting ontstaat in een populatie
Sterftecijfer
Aantal individuen dat per tijdseenheid sterft in een populatie
Immigratie
Individuen die een populatie binnen trekken
Emigratie
Individuen die wegtrekken uit een populatie
Exoten
Individuen van een andere soort die een bepaald gebied binnendringen
Exponentiële groei
Als de populatie snel groeit en met het zelfde percentage
Onbeperkte (hulpbronnen); J-vormige groeicurve
Grafiek die het verband weergeeft tussen de populatiegrootte en de tijd bij onbelemmerde exponentiële groei
Draagkracht
Maximale grootte van een populatie die over langere tijd in een ecosysteem kan worden gehandhaafd
Beperkte (hulpbronnen); S-vormige groeicurve
Grafiek die het verband weergeeft tussen de populatiegrootte en de tijd, waarbij de populatiegroei na een periode van exponentiële groei wordt afgeremd en tenslotte tot stilstand komt
Voedselrelaties
Relatie tussen organismen van twee soorten, waarbij de ene soort als voedsel dient voor de andere soort.
Vraat
Het eten van planten
Predatie
Het eten van dieren
Nis /Niche
Functie of positie van een organisme/populatie binnen een ecologische gemeenschap
Voedselketen
Een reeks van soorten, te beginnen bij een producent, waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende
Toppredator
Dier dat aan het eind van de voedselketen staat
Voedselweb/voedselnet
Geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap
Trofisch niveau
Elke schakel van een voedselpiramide
Autotroof
M.b.v. zonlicht in staat zijn chemische energie vast te leggen met fotosynthese / uit anorganische stoffen organische stoffen kunnen maken
Heterotroof
Andere organismen nodig voor organische stoffen (niet zelf kunnen maken uit anorganische stoffen)
Producenten
Planten of autotrofe bacterie - organisme dat organische stoffen uitsluitend uit anorganische stoffen produceert met behulp van energie uit de levenloze natuur
Consumenten (1e orde, 2e orde, etc.)
Organisme, dat andere organismen als voedselbron gebruikt. Een cosument is dus een heterotroof organisme
Reducenten
Schimmel of heterotrofe bacterie, die dood organisch materiaal omzet in mineralen
Mineralisatie
Dode organische resten worden door reducenten omgezet tot anorganische stoffen
Competitie
Concurrentie proces waarbij individuen elkaar in hun bestaan nadelig beïnvloeden als gevolg van een gemeenschappelijke beperkende milieufactor. Competitie kan binnen de soort en tussen soorten optreden
Facilitatie
Een ondersteunende rol spelen
Symbiose
Langdurige samenleving van individuen van verschillende soorten. Er bestaan drie typen van symbiose: mutualisme, commensalisme en parasitisme
Mutualisme
Type van symbiose waarbij de individuen van beide soorten voordeel hebben
Commensalisme
Type van symbiose, waarbij de individuen van de ene soort voordeel hebben en de individuen van de andere soort geen nadeel
Parasitisme
Type van symbiose waarbij het ene individu voordeel heeft en het andere individu nadeel ondervindt, voordeel en nadeel in de zin van negatieve beïnvloeding van de levensverwachting
Parasiet
Individu dat op of in een individu van een andere soort leeft en er voedsel aan onttrekt
Gastheer
Individu waar een parasiet op/in leeft
Soortspecifiek
Parasieten soms, leven op/in een gastheer van 1 bepaalde soort (hier sterk op aangepast)
Piramide van aantallen
Een grafische weergave van de aantallen individuen per schakel in de voedselketen (trofisch niveau). Deze piramide heeft niet altijd een piramidevorm.
Piramide van biomassa
Een grafische weergave van de biomassa van elke schakel uit de voedselketen (trofisch niveau). Deze piramide heeft altijd een piramidevorm omdat er per trofisch niveau energie verloren gaat uit de voedselketen.
Piramide van energie
Een grafische weergave van de energie van elke schakel uit de voedselketen (trofisch niveau).
Biomassa
Totale hoeveelheid energierijk materiaal in een organisme (meestal het drooggewicht genomen)
Energiestroom
De stroom van chemische energie door het ecosysteem heen in een keten van eten en gegeten worden.
Bruto Primaire Productie (B.P.P.)
Alle energie die in en ecosysteem door producenten wordt vastgelegd in biomassa (in organische stoffen).
Netto Primaire Productie (N.P.P.)
Per tijdseenheid door producenten gevormde (meetbare) biomassa na aftrek van de door dissimilatie verbruikte organische stof. Dit is alle biomassa waarmee weefsels kunnen worden opgebouwd in autotrofe organismen.
Productiviteit
Hoeveelheid energie die wordt vastgelegd in organische stoffen