Thema 3 Flashcards
Pubertijd
Periode waarin het lichaam volwassen word (10-17 jaar)
Lichamelijke en geestelijke veranderingen (voorbereiden voortplanting)
Geslachtshormonen
Secundaire geslachtskenmerken
Geslachtshormonen
Ontwikkelen geslachtskenmerken reguleren + rol voortplanting
- concentratie man v vrouw verschillend
Regelen: lichamelijke en geestelijke verschillen
Mannelijk: testosteron
Vrouwelijk: oestrogeen
Secundaire geslachtskenmerken
Gedrag, geslachtscellen
Geslachtskenmerken die in de pubertijd komen
Hormonen
Chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven
- door hele lichaam
Signaalstoffen
Signaalstoffen
Rol celcommunicatie
- cellen die gevoelig zijn voor een hormoon reageren op verandering in concentratie
Adolescentie
Periode waarin een mens geestelijk volwassen wordt
(17-20/25) soms pubertijd erbij
Testosteron
Veel: embryo > jongen
Weinig: embryo > meisje
Primaire geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken die een kind bij de geboorte heeft
Overleven van een soort
Reproduceren
Evolutie:
Natuurlijke selectie
Seksuele selectie
Reproduceren
Genen die kans hebben overleven komen vaker voor (gedrag + uiterlijke kenmerken)
Natuurlijke selectie
Best aangepasten organismen overleven en geven genen door
Belagrijk uitgangspunt evolutie
Seksuele selectie
Selectie op basis van eigenschappen die de kans op voortplanten bevorderen
Balts
Versierpatroon bij dieren
- mensen doen niet
Seksueel gedrag
Al het gedrag dat met seksualiteit te maken heeft
- balts
- ongewenst: als iemand het ongewenst vind
Seksueel geweld
DNA
Bevat informatie bouw veel verschillende eiwitten
Mutatie
Verandering in het dna
- verschillende dochtercellen kunnen ontstaan
Cerldeling
Bacteriën
Voor deling: DNA-replicatie
> 2 bacteriën
Geslachtelijke voortplanting
Reproductie waarbij 2 individuen betrokken zijn
Bevruchting
Moet partner vinden
Genen gemengd
Bevruchting
Kern zaadcel versmelt met kern eicel
- aantal chromosomen verdubbelt
Gameten
Ieder chromosoom komt enkel voor (n)
Voortplantingscellen, geslachtscellen (eicellen+zaadcellen)
Recombinatie
Chromosomen 2 individuen worden gemengd
- variatie
Resistentie
Geslachtelijke voortplanting: door toevallige mutaties
Ongeslachtelijke voortplanting: 2 mutaties
Antibiotica
Stoffen die bacterien doden
Celfusie
Versmelting 2 cellen (bevruchting)
Haploïd (n)
Cellen met een enkele set chromosomen
23
Diploïd (2n)
Cellen met een dubbele set chromosomen
46
Haploïde cellen productie
Testes: teelballen > spermacel: zaadcel
Ovaria: eierstokken > oöcyt: eicel
Meiose
Proces waarbij het aantal chromosomen van een cel gereduceert wordt
Meiose I + meiose II
FSH
Follikel stimulerend hormoon
- door hypofyse afgegeven
Vrouw: stimuleert follikelgroei en afgifte oestrogeen
Man: stimuleert vorming zaadcellen
LH
Luteïniserend hormoon
- door hypofyse afgegeven
Vrouw: beïnvloedt ovulatie en ontstaan+in stand houden gele lichaam
Man: stimuleert afgifte testosteron door testes
Spermatogenese
Vorming van zaadcellen (testes: gekronkelde buisjes: celdeling)
Zaadcel > bijballen (opgeslagen)
Testes + bijballen in huidplooi
Zaadblaasjes + prostaat voegen vocht toe (eiwitten + energierijke stoffen) > sperma
Sperma
Vocht + zaadcellen (basisch)
Milieu vagina minder zuur : zaadcellen langer in leven
Oögenese
Ontstaan eicellen uit eicelmoeder
In 1 ovaria ontwikkelt eicel door FSH
Follikel + eicel groeit, neemt vocht op
Meiose
Ovulatie
Eicel door trilharen + spierbewegingen: eileider > baarmoeder
Secundaire eicel (halverwege meiose 2)
Zaadcel dringt binnen : meiose 2 afgerond
Poollichaampje ontstaat + cytoplasma blijft in bevruchte eicel
Meiose vrouw
2 haploïde cellen worden gevormd
Poollichaampje: cel met bijna geen cytoplasma
Grote eicel
Follikel
Blaasje met diploïde eicel (primaire eicel)
Secundaire eicel
Halverwege meiose 2
In de baarmoeder
Ovaluatie
Het openbarsten van een follikel waardoor de eicel vrijkomt
Bevruchting
Enzymen kop zaadcel maken gat in geleilaag
Herkenningsreactie zona pellucide en zaadcel
Kop bindt aan celmembraan + kern in cytoplasma : bevruchting
Zona pellucida: ondoordringbaar bevruchtingsmembraan
PMS
Premenstrueel syndroom
- regelmatige klachten: prikkelbaar, depresief etc.
Hypothalamus
Deel hersenen direct boven hypofyse
- ontstaan RH
- GnRH
RH
Releasing hormonen
Stimuleren hypofyse productie bepaalde hormonen
Hypofyse
Hormoonklier, onder hersenen
Stimulerende hormonen: andere hormoonklieren bevorderen
Geslachtshormonen: FSH, LH
GnRH
Gonadotropine releasing hormoon
Beïnvloedt afgifte FSH en LH
Menstruatiecyclus begrip
De (globaal) vierwekelijkse terugkeer van menstruatie
Menstruatiecyclus verloop
Hyposyfe: FSH en LH
14 dagen: ovulatie
- door LH follikel veel vocht + barst
Door LH gele lichaam (resten van follikel) in stand
- produceert oestrogeen en progesteron
Gele lichaam sterft af door gebrek aan LH
28 dagen: volgende menstruatie
Negatieve terugkoppeling
Stof remt zijn eigen aanmaak
- en +
Ontwikkeling embryo
In eileider: zygote > embryo
Klievingsdelingen: delingen zonder groei
Innesteling
Innesteling
Beginnende embryo groeit 7 dagen na ovaluatie in baarmoederslijmvlies
Buitenste laagje bolletje cellen = buitenste vruchtvlies
Placenta vormt o.a. het hormoon HCG
Binnenzijde klompje: binnenste vruchtvlies + embryo
Holte embryo = gevuld met vruchtwater
HCG
Houdt gele lichaam in stand
Gevormd door placenta
Placenta
?
Uitwisseling van stoffen door diffusie en actief transport
- voedingsstoffen + zuurstof: bloed moeder > bloed kind
- afvalstoffen: bloed kind > bloed moeder
Doorheen: ziekteverwerkkers, geneesmiddelen etc. Kunnen er ook door
Gele lichaam
Vormt progesteron waardoor geen nieuwe eicellen tot ontwikkeling komen
Navelstreng
Verbindt embryo met de placenta
Bloedvaten
Foetus
Embryo vanaf de 8ste week
Celdifferentiatie
Stamcellen > gespecialiseerde cellen
Alle cellen van een organisme bevatten dezelfde genen maar in verschillende cellen zijn verschillende genen actief
.
Apoptose
Geprogameerde celdood waardoor sommige overbodige ongewenste weefsels verdwijnen
Weeën begrip
Samentrekkingen van de baarmoeder
Indalen
Indalingsweeën> hoofdje foetus in buikholte
Ontsluiting
Door weeën aan het begin van de geboorte worden de baarmoederhals en baarmoederwond wijder
Vruchtvliezen breken
Uitdrijving
Persweeën > kind komt ter wereld
Nageboorte
Placenta, resten navelstreng en vruchtvliezen worden uitgedreven
Lactatie
Hormoon prolactine (hypofyse) zorgt voor op gang komen melk door melkklieren
Oxytocine
Komt vrij: reflex zuigen aan tepel
Doel: melk uit melkklieren in melkafvoerfangen geperst
Doel seksualiteit
Genot ervaren
Vormen en onderhouden relatie
Seksualiteit begrip
Menselijke gevoelens en handelingen die een rol spelen bij lust en opwinding
- bevestigd relatie
- versterkt band
Soorten
Homo: zelfde geslachf
Hetero: ander geslacht
Bi: beide geslachten
Seksueel misbruik
Seksuele handelingen zonder instemming van de ander of door leeftijd, afhankelijkheid of geestelijke gezondheid niet mening duidelijk kunnen maken
Pedoseksualiteit
Volwassene voert seksuele handelingen uit tegen een kind
Soa
Seksueel overdraagbare aandoening
Door: sperma, bloed, vaginaal vocht en contact slijmvliezen
Veilig vrijen
Maatregelen nemen om kans op soa te verkleinen
- vaste partner, geen seks, condoom
Clamydia, gonorroe (druiper) en syfilis
Door bacteriën: te behandelen met antibiotica
Aids en herpes genitales
Door virussen: vaak slecht te behandelen
Seropositief
Met hiv besmet maar niet ziek
Geboorteregeling
Beperken aantal geboorten door voorkomen van zwangerschap
- bevolkingspolitiek
- vrouwen zelf bepalen
- anticonceptiemethoden
- anticonceptiemiddelen
Anticonceptiemethoden
Manieren om zwangerschap te voorkomen
Anticonceptiemiddelen
Anticonceptiepil Condoom Sterilisatie Spiraaltje Pessarium
Anticonceptiepil
Hormonden die werken als progesteron en oestrogeen
- ovulatie onderdrukt > geen eicellen vrij
- betrouwbaar en makkelijk
Condoom
Voorkomt dat zaadcellen in de vagina komen
- beschermt tegen soa’s
- betrouwbaar bij juist gebruik
Spiraaltje
Voorkomt innesteling
- door arts in baarmoeder
- betrouwbaar juist gebruik
Sterilisatie
Onderbreken van zaadleiders (man) of eileiders (vrouw)
- definitief
- erg betrouwbaar
Periodieke onthouding
Geen geslachtsgemeenschap tijdens vruchtbare periode
- 3 dagen voor + na ovulatie
- lichaamstemp stijgt tijdens ovulatie 0,1-0,4 graden
- gaat vaak fout
Oorzaken verminderde vruchtbaarheid
Leeftijd: vrouwen na 30
Leefstijl: voeding, alcohol, roken etc.
Hormoonstoornissen
Aandoeningen aan geslachtsorganen
KI
Kunstmatige inseminatie: als man onvruchtbaar is/weinig zaadcellen in sperma
- sperma inbrengen bij vrouw
- IUI
- ICSI
IUI
Sperma direct in baarmoeder gespoten
- gezonde zaadcellen niet door baarmoedermond kunnen
ICSI
Zaadcel in eicel geïnjecteerd
IVF
In-vitrofertilisatie: bevruchting buiten lichaam
- als eileiders ondoorlaatbaar zijn
- te weinig goed bewegende zaadcellen
- cypropreservatie
Cypropreservatie
Resterende embryo’s van een IVF-behandeling worden ingevroren
OI
Ovulatie-inductie
Extra hormonen inspuiten
Harde buik
De baarmoeder trekt samen
Buik voelt hard
Na 5 maanden > weeën