thema 6 Flashcards

1
Q

Welke ziekte is een voorbeeld van axiale spondyloartitis

A

ziekte van Bechterew

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ziekte van Bechterew (morbus Bechterew)

A

15-35e levensjaar
M>V
s: Bekkenontsteking, uveitis of conjunctivitis, peesontsteking, darmklachten huidklachten en rugpijn. later: bamboo spine
O: auto-immuun ziekte –> ontsteking lig. longitudinale anterior
B: NSAIDS, oefentherapie, later: TNF-a remmers of IL17 remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 3 vormen van perifere spondyloartritis moet je kennen

A

artitis psoriatica
artitis bij IBD
reactieve artitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke algemene kenmerken zie je bij perifere spondyloartitis

A

artritis, enthesitis, dactylisit, uretritis, uveitis, darmklachten, geen reumafactor/anti CCP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

artritis psoriatica

A

meest voorkomende
psoriasis van huid, nagels. Combinatie met dactylitis en artritis van de DIP gewrichten
m> v

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen RA en perifere spondyloartitis

A

RA vaker bij vrouwen, perifere vaker bij mannen
bij RA reumafactor
Bij RA geen DIP artitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Artitis bij IBD

A

10% van de mensen met IBD krijgt spondyloartitis

vaak presenteert het zich als monoartitis bij de knieën en enkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van een inflammatoir rugprobleem

A

begint <40
sluipend begin
bewegen verbeterd de pijn
vooral in de nacht pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

idiopatische scoliose

A
cobbse hoek >10 cm
10-16 jaar (bij meiden 10-11 jaar)
autosomaal dominant
V>M
B: afhankelijk, indien operatief: artrodese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Congenitale scoliose

A

probleem bij segmentatie of formatie
vaak ook systemische problemen
B: chirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Paralytische of neuromusculaire scoliose

A

tijdens groeispurt of <1
C vormig gepaard met bekkenkanteling
rolstoelafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Degeneratieve scoliose

A

> 60 jaar
LO: vooroverbuigen geeft verlichting, drukpijn SIPP, positieve proef van kemp
B: conservatief of operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke symptomen in de anamnese wijzen op een specifieke oorzaak van rugklachten

A
1e periode na 50 jaar
continue of nachtelijke pijn
malaise of gewichtsverlies
vg met maligniteit
pijn na trauma
pijn < 20e levensjaar
vg van inflammatoire ziekte
langdurig corticosteroid gebruik
neurologische verschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schedelbasis fractuur

A

battle sign –> blauwe plek achter het oor
Brilhematoom
prog is goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

epiduraal hematoom

A

a. meningea media
lucide interval
lensvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

traumatisch subarachnoidale bloeding

A

risico hydrocephalus

jonge mensen

17
Q

contustie haard

A

hoog energetisch letsel, treedt snel op met omkeerbare schade indien snel behandeld

18
Q

diffuse axonal injury (DAI)

A

minimal conscious state,

shaken baby syndrome

19
Q

acute subduraal hematoom (ASDH)

A

halvemaanvormig

midline shift

20
Q

compressie letsel

A

door osteoporose of een burst/retropulsie letsel.

behandeling is conservatief

21
Q

distractiefractuur

A

PLC is stuk door een snelle en diepe buiging (ook wel seatbeltfractuur genoemd)

22
Q

translatie/rotatiefractuur

A

in 75% van de gevallen neurologisch uitval.

door hoog energetisch letsel, bijv. motorongeluk

23
Q

Paraplegie

A

alleen benen zijn verlamd

24
Q

tetraplegie

A

zowel armen als benen zijn verlamd

25
Q

central cord syndroom

A

motoriek is weg, sensibiliteit verschilt.
armen > benen
ouderen met een ongeluk

26
Q

Brown sequard syndroom

A

1e MN stoornis
been ipsilateraal: afwezige vibratiezin (gnostisch)
contralateraal: afwezige pijnzin (vitaal)

27
Q

Dwarsdoorsnede v.h. ruggenmerg

A

bilateraal 1e MN stoornis en geen vitale gevoelszin

O: a. spinalis anterior geeft minder bloed af

28
Q

Neurogene shock

A

sympatische systeem doet het niet meer waardoor hypotensie en bradycardie optreden

29
Q

Spinale shock

A

er zijn geen reflexen en er is geen spiertonus meer.

30
Q

spondylartose

A

artrose van de rug

B: pijnstilling en fysio

31
Q

Spondylodiscitis

A

bacteriele ontsteking van de IV discus
meestal door s. aureus
vaak komt het door een infectie elders

32
Q

Ziekte v. Kahler

A

multipel myeloom in de wervelkolom

33
Q

spondylolyse

A

assymptomatisch meestal.

Defect in de WK meestal op niveau L5-S1.

34
Q

spondylolisthesis

A

wervellichaam glijdt naar voren

scotty dog sign