Thema 6 Flashcards

1
Q

Hoe noem je het in stand houden van een dynamisch evenwicht

A

Homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen sensoren?

A

Nemen verandering in de normwaarde waar en geven signaal door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen controlecentrums

A

Verwerken informatie en communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen effectoren

A

Ondernemen actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer spreken we van negatieve terugkoppeling

A

Wanneer een afname van het resultaat een stijging van het proces veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je klieren die hun product afgeven aan het bloed? Hoe heet de afgifte van de hormoon klier in dit geval

A

Endocriene klieren

Secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Als klieren hun product afgeven via een afvoerbuis heet dit? Hoe noemen we deze klieren

A

Excretie of uitscheiding

Exocriene klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemen we cellen die hormoonreceptoren bevatten

A

Doelwitorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt de mate van reactie bepaald bij een doelwitorgaan

A

Concentratie van het hormoon in het bloed (hormoonspiegel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke twee gedeeltes bestaat de hypofyse

A

Hypofysevoorkwab adenohypofyse

Achterkwab neurohypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat regelt de hypothalamus

A

De secretie van hormonen door de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe staat de neurohypofyse onder invloed van de hypothalamus

A

De verbinding tussen het zenuwstelsel en de hypofyse verloopt via de hypothalamus. De neuronen in de hypothalamus produceren hormonen die via uitlopers naar de hypofyse gaan. De neurohypofyse geeft deze hormonen dan af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we van neurosecretie en neurohormonen

A

Wanneer hormonen gevormd worden door neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee soorten hormonen geeft de hypothalamus af aan de adenohypofyse

A

Inhibiting en releasing hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doen inhibiting hormonen

A

Zorgen ervoor dat de endocriene cellen in de adenohypofyse geen hormonen meer produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe komen rh bij de hypofyse

A

Via het hypofysche poortader stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat voor functie heeft de alvleesklier

A

Exocriene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat voor functie hebben de eilandjes van langerhans

A

Endocriene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke twee hormonen produceren de eilandjes van langerhans

A

Insuline en glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke cellen maken glucagon? En welke insuline

A

A gluca

B insu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Uit wat bestaat een bijnier

A

Bijnierschors en bijniermerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Uit wat bestaat het centrale zenuwstelsel

A

Grote hersenen kleine hersenen hersenstam en ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Uit wat bestaat het perifere zenuwstelsel

A

Zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat doet het animale zenuwstelsel

A

Regelt bewust reacties

25
Wat doet het autonome of vegatieve zenuwstelsel
Werking van organen etc
26
Wat is een prikkel
Een invloed uit het milieu op een organisme
27
Noem kenemerken van een neuron
``` Kan zich delen Geleid impulsen Geeft signaal oleculen af Bestaat uit cellichamen met uitlopers Liggen vlakbij het dentrale zenuwstelsel ```
28
gliacellen
Kunnen zich delen Zorgen voor stevigheid Beschermen en voeden neuronen Handhaven de homeostase v.d. Weefselvloeistof die de neuronen omgeeft
29
Dynamisch evenwicht
Wanneer een evenwicht steeds veranderd maar uiteindelijk weer terugkeert naar het normale niveau
30
Hoe noem je een uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleid
Dendriet
31
Hoe noem je een uitloper die impulsen van het cellichaam af geleid
Axon of neuriet
32
Door wat zijn veel axonen omgeven?
Myelineschede
33
Vertel iets over de myelineschede
Bestaat uit gliacellen die we de cellen van schwann noemen | Tussen opvolgende cellen van schwann zit een insnoering
34
Hoe noem je een uitloper zonder myelinneschede
Ongemyeliniseerd
35
In wat eindigt de vertakking van een axon
Synaps
36
Wat is een synaps en hoe werkt een synaps
Een synaps is een plaats waar een impuls van de ene naar de andere cel word doorgegeven ook wel cell junction Impuls komt aan --> blaasjes versmelten met neurotransmitters --> worden vrijgelaten in synaptische spleet --> neurotransmitters binden aan receptoren in celmembraan doelwitcel --> impuls doorgegeven
37
Uit wat bestaan de hersenen
Grote hersenen, kleine hersenen en de hersenstam
38
Wat verbinden de hersenen met receptoren en effectoren in het hoofd en de hals
12 paar hersenzenuwen
39
Welke twee delen bestaan uit een linker en een rechter helft? En welk van deze delen is sterk geplooid
Grote en de kleine hersenen. De grote
40
Wat doen hersenvliezen
De hersenen beschermen
41
Waar zijn holtes in de hersenen mee gevuld
Hersenvocht
42
Waar bevind de grijze stof zich en wat ligt er in de grijze stof
In de schors van de grote en kleine hersenen. Cellichamen van schakelneuronen
43
Waar ligt de witten stof. Wat ligt er in de witte stof en waarom is de wittestof wit
Merg Uitlopers schakelcellen Door de myelinneschede om de uitlopers heen
44
Wat doet de hersenstam
Impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen en omgekeerd leiden.
45
Waar kruisen impulsbanen elkaar
Op de overgang van ruggenmerg naar hersenstam
46
Noem een paar onderdelen van de hersenstam
Het verlengde merg, de middenhersenen, de thalamus en de hypothalamus
47
Wat is het verlengde merg
Voortzetting van ruggenmerg. Bevat verschillende centra van het autonome zenuwstelsel
48
De impulsen van de linkerhelft worden naar de ....... Geleid
Rechterhersenhelft
49
Wanneer word je je bewust van een prikkel
Als de impulsen verwerkt zijn in de grote hersenen
50
Hoe heet het hersenschors ook wel
Hersencentra
51
Waar liggen de meeste gevoelscentra? Welke liggen apart?
Hersenschors | Zien ruiken horen
52
Wat gebeurt er in een primairgevoelscentrum
Hier raak je je bewust van prikkels
53
Waar ligt het primaire gezichtscentrum
Aan de rugzijde van de grote hersenen in beide hersenhelften
54
Hoe heten de secundaire gevoelscentra ook wel en wat gebeurt hier
Associatiecentra | Verband gelegd tussen waarnemingen en eerdere waarnemingen
55
Wat gebeurt er als je een beschadiging hebt in een secundair gevoelscentrum
Je kunt wel horen maar begrijpt het niet
56
Waar liggen de meeste bewegingscentra
Bij elkaar in de hersenschors voor de centrale groeve | Schrijven en spreken ligt apart
57
Wat gebeurd er in de primaire bewegingscentra
Impulsen ontstaan die je bewust maakt
58
Wat gebeurt er in de secundaire bewegingscentra
Impulsen uit primaire bewegingscentra op elkaar afgestemd
59
Wat doen de kleine hersenen
coordineren alke bewegingen van je lichaam en zorgen voor evenwicht