Thema 6 (+2.4) Flashcards
Wat is een tekstplan
Soort inhoudsopgave waarbij je aangeeft:
- welke onderdelen achtereenvolgens besproken worden
- in welke volgorde ze besproken worden
- inhoud van elk onderdeel
- mogelijke citaten voor onderbouwing
Doel: overzicht tekst krijgen, waar welke info presenteren, samenhangend geheel vormen
Welke 4 soorten onderzoeksoutput ken je?
- Uitgebreide
- Samenvattend
- Verslag van ontwikkeling/voortgang
- Selectief
Factoren die wijze van opbrengsten van de presentatie beinvloeden
- MOTIVATIE en doel van het onderzoek
- DOELGROEP
- voldoen aan contractuele of andere VERPLICHTINGEN
- beschikbare (hulp)MIDDELEN
Wat zijn 5 grote uitdagingen bij het rapporteren van kwali data?
- Het VERHAAL vertellen
- Weergeven van de DATA waarop het rapport gebaseerd is
- Het weergeven van de DIVERSITEIT
- LENGTE van het rapport
- LIMITATIES van kwalitatief onderzoek uitleggen
Welke 3 methoden van structureren heeft Silverman benoemd?
- Hypotheseverhaal: hypothese stellen, toetsen en implicatie bespreken
- Analytische benadering
- Mysterie benadering
Welke 3 andere methoden van structureren worden in het boek beschreven? obv thematische analyse
- Structureren rond een typologie
- Structureren rond verschillende populaties
- Structureren rond verschillende tijdvakken
Wat zijn de 3 basisvormen van vertelwijzen (van Maanen)?
- REALISTISCH relaas - auteur ontbreekt, observaties als feiten, interpretaties als niet-subjectief
- BETEKENISRrelaas - persoonlijk auteurschap, mix beschrijving en ervaring
- IMPRESSIONISTISCH relaas - dramatische herinnering, vaak narratief
Audit trial
Verantwoording van gebruikte onderzoeksmethode. Geeft lezer inzicht in het onderzoeksproces en epistemologische keuzen van onderzoeksteam
Wat zijn 7 redenen om citaten te gebruiken (Corden & Saintsbury, 2006)
- ONDERWERP van onderzoek
- BEWIJS, om lezers eigen oordeel te laten geven
- Als VERKLARING
- Ter UITLEG
- Om BEGRIP te verbeteren
- Om deelnemers een STEM te geven
- Om de LEESBAARHEID te verbeteren
Cognitieve validiteit
Interpretatie van de items (stimuli en evt responsregistratie) in de operationalistie.
Zoals de onderzoekers het bedoelen.
Steekproeftoeval!
Wat zijn constructen?
Variabelen, gedefinieerd in psychologische theorieen en gebruikt als metaforen voor aspecten van de menselijke psychologie.
VB: attitude, eigen-effectiviteit, seksuele orientatie, gender. Theoretisch, niet rechtstreeks observeerbaar
Operationalisaties
Tussenstap tussen theoretische constructen en de praktijk van de realiteit.
Twee soorten: manipulaties en meetinstrumenten.
Manipulaties
Kunnen het doelconstruct BEINVLOEDEN volgens de relevante psychologische theorie.
Beinvloeding = verandering doelconstruct
VB: manipulatie ontworpen om mensen blij/nerveus/optimistisch/prosociaal te maken
Meetinstrumenten
METEN het doelconstruct volgens de relevante psychologische theorie. Uitkomst = kwantitatief.
Beinvloeding = ingang zetten specifieke psychologische processen waarbij doelconstruct rol en processen –> registreerbare respons. TIJDELIJKe verandering om iets uit de respons af te kunnen leiden over het doelconstruct
Items
De verschillende stimuli in een operationalisatie. Presentatie van items wordt bepaald door de procedure
Procedure
Beschrijft hoe de stimuli aan de deelnemer wordt gepresenteerd.
Als meetinstrument: hoe wordt de respons geregistreerd? Item = elke combinatie van stimulus en responsregistratie. Vb: elke vraag in een vragenlijst
Paradox kwalitatief onderzoek en operationalisaties
Operationalisatie vereist info bekend over construct. Meten/manipuleren niet mogelijk zonder operationalisatie. –> kwali onderzoek to the rescue!