Thema 2 (2.1-2.3) Flashcards
Wat zijn topic guides
Documenten waarin de kernvraagstukken en subtopics zijn geschetst, die bij participanten onderzocht moeten worden. Ook gebruikt om het onderzoeksproces te documenteren.
Uit welke stappen bestaat het ‘topic design’ proces
- Bepalen van de OBJECTEN van onderzoek (specificaties, protocol, doelstellingen, literatuur)
- Volgorde van PRAKTISCHE benadering van deze objecten
- Onderwerpen niet te specifiek FORMULEREN. Ook niet ongemerkt verbreden.
Welke gespreksfasen in interviews en focusgroepen ken je?
- introductie en context setting
- Opening - oppervlakkige vragen
- Achtergrond informatie verstrekken
- Conceptuele vragen
- Dieptevragen
- Onderwerpen specifieker aansnijden
- Afronden (positief afsluiten)
- Suggesties
- Samenvatting
- Vervolgstappen, indien van toepassing
Waar moet je opletten bij topiclijsten samentellen
- Zo kort mogelijk –> diepgang + flexibiliteit (bij groepsdiscussie)
- Steekwoorden/ korte zinnen. Neutraal. Bevordert responsiviteit van de onderzoeker
Waar zijn diepte-interviews geschikt voor?
Voor het genereren van een BESCHRIJVING en INTERPRETATIE van de SOCIALE OMGEVINGEN van mensen
Wat zijn belangrijke kenmerken van diepte-interviews
- Combineren structuur en flexibiliteit
- Interactief
- Onder de oppervlakte
- Generatief
- Belang van taal
Welke 2 perspectieven op interviews hebben Kvale en Brinkman (2009) benoemd
- Interviewer als “miner”. Kennis staat van tevoren vast en de interviewer gaat te werk als een mijnwerker die begraven voorkennis naar de oppervlakte haalt (positivisme, post-positivisme)
- Interviewer als “traveler”. Kennis staat niet vast en wordt tijdens het interview gevormd, waarbij de interviewer en de geïnterviewde beide bijdragen aan het vormen en interpreteren van die kennis (constructivisme)
Wat zijn 3 kritiekpunten op kennis/data dat tijdens een interview wordt gevormd (‘traveler’)
- Validiteit
- Stabiliteit
- Betrouwbaarheid van de dmv het interview verkregen data
Wat is ‘responsive interviewing’. (Rubin & Rubin 2012)
Interviewstijl waarbij de nadruk wordt gelegd op het bouwen van een relatie gebaseerd op vertrouwen tussen de interviewer en de geïnterviewde, zodanig dat er een soort van ‘geven en nemen’ relatie ontstaat
Welke 3 interview stijlen benoemt Silverman (2011)?
- Positivisme - kennis bestaat (al) en kan ontdekt worden middels een gestructureerd interview
- Emotionalisme - interview data is de authentieke representatie van het leven van de geïnterviewde. Het interview is diepgaand en ontdekkend
- Constructivisme - het interview is diepgaand en ontdekkend, en de data is niet de weerspiegeling van authentieke representatie van het leven van de geïnterviewde
Welke vormen van diepte-interviews ken je?
- Face-to-face
- Online
- Telefonisch
- Walk along (in situ interactie)
- Biografisch, verhalend, levensgeschiedenis, mondelinge geschiedenis
Wat zijn de 7 kernkwaliteiten van een goede interviewer?
- ACTIEF luisteren
- RELEVANTE vragen stellen
- OBSERVEREN van non-verbaal gedrag
- OPEN mind hebben
- GEINTERESSEERD zijn in de wereld van de geïnterviewde
- RUST uitstralen
- EFFICIENT en goed voorbereid zijn
Welke 6 stadia van een interview ken je?
- De ontmoeting en kennismaking
- Introductie van het onderzoek
- Aanvang van het interview
- Middel interview
- Einde van het interview
- Na het interview
Wat zijn de 2 doelstellingen van een diepte-interview
- Reikwijdte bereiken (breedte)
- Diepte bereiken
Wat zijn de 6 manieren voor effectieve vragen?
- OPEN vragen stellen
- NIET-LEIDENDE vragen stellen
- KORT en DUIDELIJKE vragen stellen
- ‘MAPPING questions’ stellen
- ‘PROBING’
- Gebruik van PROMPTS
Welke 12 technieken helpen om een interview dynamisch te houden
- Neem nooit iets AAN
- Geef nooit COMMENTAAR op een antwoord
- Vat de gegeven antwoorden NOOIT SAMEN
- Maak NOOIT een antwoorden AF
- Vermijd HERHALENDE opmerkingen
- Benadruk dat er geen JUISTE of ONJUISTE antwoorden zijn
- Wees alert op TOON en lichaamsTAAL
- Geef de TIJD om te antwoorden
- Houd de VOORTGANG van het interview in de gate
- Wees TACTISCH met het inbrengen van andere informatie
- Controleer EERDERE gekregen informatie
- Wees CULTUURgevoelig
Welke 3 grenzen zijn belangrijk om in de gaten te houden bij een diepte interview?
- Reciprociteit, disclosure, neutrale empathie
- Advies, geruststelling en informatie geven
- Persoonlijke meningen ventileren
Welke 6 soorten informatie kunnen probes uitlokken?
- UITBREIDEN
- TOElichten
- Onderzoeken van INVLOEDEN, effecten en gevolgen
- Begrijpen van ONDERLIGGENDE waarden, visies of ervaringen
- VerHELDERen
- CONFRONTEREN met tegenstrijdigheden