Thema 1 Flashcards
Ontologie
De aard van de werkelijkheid en wat we erover kunnen weten
Realisme en idealisme
Epistemologie
Kennis van de (sociale) werkelijkheid en hoe die verkregen wordt
Inductie vs deductie
Retroductie en abductie (Blaikie)
Waarom zijn achtergronden belangrijk in kwali?
Kwali gebeurt niet op 1 geaccepteerde manier
Standpunten in filosofische kwesties van belang
–> Betekenis van achtergrond voor eigen doelen op waarde inschatten
Gemeenschappelijke kenmerken kwali
Diepgaand begrijpen van sociale werkelijkheid van deelnemers dmv kennis over hun situatie, ervaringen, meningen en geschiedenis
Niet-gestandaardiseerde, aanpasbare methoden relevant voor sociale context onderzoek
Gedetailleerde, rijke en complexe gegevens
Analyse behoudt complexiteit en nuance, uniciteit van deelnemer en situatie
Openheid voor nieuwe categorieen en inzichten bij analyse en interpretatie
Resultaten: gedetailleerde beschrijvingen
Reflectieve aanpak, erkenning rol en perspectief onderzoeker in onderzoek
Realisme
Onderdeel van ontologie. Externe realiteit bestaat, onafhankelijk van onze opvattingen of ons begrip ervan
Naief realisme/oppervlakkig realisme
Voorzichtig realisme
Diepterealisme/kritisch of transcendent realisme
Subtiel realisme
Materialisme
Naief realisme of oppervlakkig realisme
De werkelijkheid kan direct en accuraat worden waargenomen
Voorzichtig realisme
De werkelijkheid kan alleen bij benadering of onvolledig worden gekend
Diepterealisme, kritisch of transcendent realisme
De werkelijkheid bestaat uit verschillende niveaus: empirische, actuele en werkelijke domein
Subtiel realisme
Externe werkelijkheid bestaat, maar kan door de menselijke geest en sociaal geconstrueerde betekenis gekend worden
Materialisme
Erkent alleen materiele eigenschappen. Waarden, overtuigingen of ervaringen zijn ‘epifenomenen’ die voortkomen uit de materiele werkelijkheid
Idealisme
Onderdeel van ontologie. Er bestaat geen externe werkelijkheid, onafhankelijk van opvattingen of begrijpen
subtiel, contextueel of collectief idealisme
relativisme of radicaal idealisme
Subtiel, contextueel of collectief idealisme
De sociale werkelijkheid bestaat uit door mensen gemaakte en gedeelde representaties
Relativisme of radicaal idealisme
Er is geen gedeelde sociale werkelijkheid, slechts een reeks van verschillende, individuele constructen
Sociale vs natuurlijke werkelijkheid
Vroeger: Gelijksoortigheid
Nu: Verschil. Er kunnen geen onveranderlijke wetten bestaan die ons bestaan bepalen, vanwege keuzevrijheid mens
Inductie/inductieve logica
Bottom-up proces. Observatie van de werkelijkheid –> ontwikkeling theorieën of wetten
Bewijs –> conclusie.
Kwali (ten onrechte)
Deductie/deductieve logica
Top-down. Theorie –> hypothese –> toepassen op observaties van de werkelijkheid –> Bevestigen/verwerpen hyp.
Bewijs –> ondersteuning eerder ingenomen positie.
Is kwali inductief of deductief?
Blaikie: Bestaat geen zuivere inductie of deductie.
Strategieën kwali onderzoek (Blaikie)
Inductie
Deductie
Retroductie
Abductie
Retroductie/retroductieve logica
Modellen - structuren - patronen. Onderzoeker stelt structuren of mechanismen vast die kunnen hebben geleid tot bepaalde gegevenspatronen, dmv testen modellen.
Abductie/abductieve logica
Uitspraken van deelnemers –> ‘technische’ weergave, dmv categorieën
Andere epistemologische concepten
Fundamentele vs fallibilistische modellen van kennis
Waardengemedieerde kennis
Correspondentietheorie van de waarheid
Coherentietheorie van de waarheid
Pragmatische theorie van de waarheid
Fundamentele vs fallibilistische modellen van kennis
Het is mogelijk werkelijkheid precies weer te geven vs alle beweringen over kennis zijn voorlopig
Waardengemedieerde kennis
Alle kennis wordt bepaald door de waarden van de persoon die de kennis voortbrengt of ontvangt. Persoon hangt waarden aan kennis
Correspondentietheorie van de waarheid
Bewering is waar als deze de werkelijkheid accuraat beschrijft
Coherentietheorie van de waarheid
Bewering is waar als die wordt ondersteund door andere beweringen
Pragmatische theorie van de waarheid
Overtuigingen zijn waar als ze praktisch nut hebben, bruikbaar, helpend en productief zijn. Interpretatie juist als leidt tot gewenste of voorspellende resultaten
3 belangrijke epistemologsiche kwesties
- Verkrijgen van kennis: inductie vd deductie (en retroductie vs abductie)
- Relatie onderzoeker en onderzochte, invloed feiten en waarden. Objectieve observatie vs waardengemedieerde observatie
- Bepaalde beweringen accuraat of juist? Correspondentietheorie (natuurwetenschappen) vs coherentietheorie (sociale wetenschappen)
Objectieve observatie vs waardengemedieerd
Objectief en waardenvrij
vs
Interactief, onderzoeker niet neutraal
Empatische neutraliteit
Empathische neutraliteit
Onderzoek kan niet waardevrij zijn, streven naar maximale neutraliteit en transparantie
Kernpunten empirisch onderzoek
- Directe observatie –> bewijs
- Objectieve manier bewijs verzamelen
Hume
Positivisme, empirisme
> Zintuigen –> observatie –> kennis
Regelmatigheden en patronen identificeren
Dataverzameling –> inductief redeneren –> generalisatie
> Onderzoeksproces beinvloedt werkelijkheid niet; feiten en waarheden gescheiden; objectief en waardenvrij onderzoek is mogelijk
Methoden natuurwetenschap geschikt voor sociaal
> Werkelijkheid kan accuraat gekend worden (correspondentietheorie)
Verschillen positivisme/empirisme en post-positivisme/empirisme
Kennis door zintuigen vs hypothesen toetsen
Inductief vs deductief
Correspondentietheorie vs hypothesen
Interpretivisme en constructivisme
> Onderzoeken + begrijpen sociale werkelijkheid personen –> kennis
Onderzoekers vormen ook meningen en interpretaties obv deelnemers
Onderzoeksproces = vooral inductief: gegevens –> interpretaties; theorie –> observaties
Onderzoeksproces beinvloedt werkelijkheid, feiten en waarden zijn niet onderscheiden en objectief, waardenvrij onderzoek is onmogelijk
Methoden natuurwetenschappen niet geschikt voor sociale werkelijkheid, want geen wetmatigheden
Sociale werkelijkheid niet accuraat vastleggen, want verschillen in perceptie en begrijpen
Overeenkomsten interpretivisme en constructivisme
Beide verwerpen de gedachte van waardeneutrale observaties en wetmatigheden
Richten zich op het begrip van beleefde ervaring. Holistische benadering kwali.
Etnografie
Sociale werkelijkheid of cultuur van specifieke groepen begrijpen, door op te gaan in gemeenschap
Fenomenologie/etnomethodologie
Begrijpen van constructen, ontdekken van betekenis in gesprekken en teksten.
De betekenis die mensen hechten aan bepaalde fenomenen of ideeën beschrijft/studie van de manieren waarop mensen hun sociale werkelijkheid beschrijven
Conversatieanalayse
Structuren in spraak analyseren, waardoor mensen betekenis geven aan situaties.
Verwant met discourseanalyse
Discourseanalyse
Analyse van de manieren waarop kennis ontstaat in verschillende betogen. Verwant met conversatieanalyse