Thema 5 Basistof 2 Flashcards

1
Q

Wat is conserveren?

A

Voedsel behandelen zodat het niet snel bederft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door conserveren

A

worden de omstandigheden voor micro organismen ongunstig gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem manieren van conserveren.

A
Pasteuriseren,
steriliseren,
vacuum verpakken,
invriezen,
naturele conserveermiddel inzetten, 
kunstmatige conserveermiddel inzetten,
Inbliken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt bij invriezen?

A

De temp. wordt verlaagt tot 20°c,hierbij zijn de micro-organismen niet actief doordat hun enzymen onwerkzaam zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt bij steriliseren?

A

Verhitten tot een temp. waarbij alle micro-organismen doodgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbeeld van invriezen.

A

Dierenvlees.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeeld van pasteuriseren.

A

Melk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt bij pasteuriseren?

A

Verhitten tot een temp. waarbij de meeste micro-organismen doodgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld van steriliseren.

A

Groenten in blikjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbeeld van steriliseren.

A

Groenten in blikjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbeeld van steriliseren.

A

Groenten in blikjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeeld van steriliseren.

A

Groenten in blikjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeeld van steriliseren.

A

Groenten in blikjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt bij drogen?

A

Onttreken van water aan het voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is drogen goed?

A

In een milieu zonder water kunnen micro-organismen niet leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt bij naturele conseveermiddelen?

A

Zuur,zoet en zout worden toegevoegsd in een product.

16
Q

Wat gebeurt bij kunstmatige conserveermiddelen?

A

Kunstige middelen worden in het product gezet om zoals de naturele conserveermiddelen te werken.

17
Q

Wat is additieven?

A

Stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijker te maken.