Thema 4: Multilevelmodellen Flashcards
Noem 2 voordelen van MLA
- Verband tussen variabelen over alle groepen heen berekenen, met afhankelijkheid
- Missing data
Wat is het doel van MLA?
Intercept en rc(s) te schatten voor de hele groep, rekening houdend met fluctuaties over groepen.
Fluctuaties van de hoogte en richting van de lijnen
Noem een verschil tussen regressieanalyse en MLA
Aanwezigheid van random effecten
Noem een overeenkomst tussen regressieanalyse en MLA
Schatting van rc die het verband tussen twee variabelen weergeven, gemiddelde verbanden of effecten schatten
Wat zijn random effecten?
De mogelijkheid dat de effecten kunnen varieren over de verschillende groepen (bijv klassen)
Noem 3 plekken waar random effecten zich kunnen bevinden
- Intercept, b0 - random intercept –> parellele lijnen
- rc, b1 - random slope –> niet parellele lijnen
- beide, mixed model.
Waar bestaat de b0j / b1j uit in een MLA met zowel random intercept als random slope?
- Fixed deel
- Random deel: de variantie eromheen, veroorzaakt door de variabele op het tweede niveau (index j)
Noem 3 kenmerken van ICC
- Interclasscorrelatie. Berekenen hoe groot de bijdrage van de groepen (variantie van 2e niveau, G) is aan de totale variantie binnen het model (e + G)
- Hoge ICC –> groot deel variantie door groepsindeling. Lage ICC –> meer onafhankelijke gegevens –> evt regressieanalyse.
- Berekenen door: intercept-only (IO) model: alleen intercept fixed en random. Geen predictoren
Hoe is power geregeld bij MLA?
- Power voor het schatten van de random effecten is afhankelijk van het aantal groepen (niveau 2) in de steekproef
- Vuistregel: minimaal 20 groepen nodig voor MLA
Wat is grand mean centering?
Variabelen centeren rond het algemene gemiddelde. Individuele score = afwijking gemiddelde.
Wat is group mean centering?
- Variabelen centeren rond groepsgemiddelde. 2. Individuele score = afwijking groepsgemiddelde.
- Voorkeur! Maar, afhankelijk van ONZV.