Thema 2: Moderatie Flashcards

1
Q

Noem 3 kenmerken van een moderator

A
  1. Variabele die effect van de predictor op de afhankelijke variabele beinvloedt
    2 . Predictor en moderator interacteren: gezameljik effect op de afh variabele
  2. Kan categorisch of dichotoom zijn. Groepsindeling representeren, geeft dan het verschil tussen groepen aan
  3. Kan interval zijn, bv veerkracht
  4. Veronderstellen causaal proces, longitudinale data met min 2 meetmomenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een interactieterm?

A

Product van moderator en predictor. Conceptueel bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 3 voorbeelden van moderatie in de psychologie

A
  1. Effect van werkdruk op burn0out wordt gemodereerd door veerkracht
  2. Effect van sociale normen op alcoholgebruik wordt gemodereerd door emotionele stabiliteit
  3. Effect van strafdreiging op goed gedrag wordt gemodereerd door interne normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 2 elementen van een moderatiehypothese

A
  1. Heeft 3 variabelen: predictor, moderator, afh variabele
  2. Benoemt hoé de moderator het effect van de predictor op de afh. variabele beinvloedt

vb” leidinggevend werk tov niet-leidinggevend werk leidt tot meer stress, en dit effect is sterker bij vrouwen dan bij mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 2 voorbeeld hypothesen voor de variabelen sekse, soort werk en stress

A
  1. Het verband tussen het wel of niet hebben van een leidinggevende baan en stress wordt gemodereerd door sekse. Bij vrouwen is er een sterker positief verband dan bij mannen.
  2. Het verband tussen sekse en stress wordt gemodereerd door het wel of niet hebben van een leidinggevende baan. Bij leidinggevenden ervaren vrouwen meer stress dan mannen, bij niet-leidinggevenden is er geen verschil tussen de seksen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem de 7 stappen voor een moderatieanalyse

A
  1. Moderatiehyporthese formuleren
  2. Betrouwbaarheidsanalyse op de schalen
  3. Variabelen centeren of standaardiseren
  4. Interactieterm berekenen
  5. Resultaten interpreteren
  6. Resultaten schrijven conform APA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een conditioneel hoofdeffect?

A

Een effect dat afhangt van een andere variabele. Bij een sign. interactie moet de interactieterm altijd betrokken worden bij de interpretatie van de conditionele hoofdeffecten!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly