thema 4 H1,2 Flashcards

1
Q

wat is een polaire molecule

A

Een elektrisch neutrale molecule met een gedeeltelijk positief en gedeeltelijk negatieve pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de voorwaarde van een polaire molecule

A

Bij een polaire molecule is het verschil in ENW niet nul en zijn er minder dan twee symmetrievlakken . De deellading heffen elkaar niet op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn intermoleculaire krachten

A

elektronische krachten tussen molecule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer zijn dipoolkrachten werkzaam

A

Dipoolkrachten zijn krachten tussen dipoolmoleculen die met hun gedeeltelijk negatief geladen kant of pool delta - een elektronische aantrekking uitoefenen op de gedeeltelijk positief gelade kant (delta +) van een naburige dipoolmolecule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer lossen apolaire stoffen op?

A

ze lossen op in apolaire oplosmiddelen. Tussen apolaire moleculen zijn heel zwakke krachten werkzaam. Deze moleculen verspreiden zich gemakkelijker tussen apolaire moleculen van het oplosmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer lossen polaire stoffen op?

A

in apolair oplosmiddelen. De elektronische krachten, dipoolkrachten en waterstof bruggen, van een opgeloste stof kunnen worden aangetrokken door de intermoleculaire krachten van een oplosmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat wordt verstaan onder het principe ‘soort zoekt soort’?

A

apolaire stoffen lossen op in apolaire oplosmiddel en polaire stoffen lossen op in een polaire oplosmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hydrateren

A

het omgeven van ionen door watermoleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gehydrateerde ion

A

ion omhuld door georiënteerde watermoleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waterstofbrug

A

een polaire binding tussen een elektrone paar op een sterk elektronegatief atoom (O,N,F) en een naburig H (waterstof) atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe lost een ionverbinding op in water

A

ionverbindingen vallen uit elkaar als de dipoolkrachten sterker zijn dan de ionkrachten van het ionrooster. De ion-dipoolkrachten zorgen voor hydratatie. De gehydrateerde ionen blijven in oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly