Thema 3: Enzymen Flashcards

bekijk grafieken en tekeningen in OneNote

1
Q

Katabole reacties

A

-Afbraak grote biomoleculen tot kleine, eenvoudige en transporteerbare moleculen
-Tijdens afbraak: energie vrij
-Dissimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anabole reacties

A

-Opbouw grote biomoleculen vanuit kleinere organische moleculen.
-Verbruikt energie
-Assimilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rol van enzymen

A

celmetabolisme vlot laten verlopen, chemische reacties op gang gebracht door proteïnen of RNA-moleculen
= enzymen of biokatalysatoren

Activeringsenergie = energie nodig om reactie te starten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plaats van enzymen

A

Op de plaats van een reactie in een specifiek organel, membraan of cytosol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Naam van enzymen

A

Eindigen meestal op -ase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bouw van enzymen

A

-Opgebouwd uit 1 of meer sterk opgevouwen tertiaire polypeptideketens, vaak quaternair
-Hoge temperatuur -> denaturatie
Denaturatie = het kapotgaan van enzymen
-Actief centrum = plaats in het enzym waar het substraat (reagens) gebonden wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Enzym-substraatcomplex

A

Tijdens enzymatische reactie -> substraat bindt met actief centrum
= Enzym-substraatcomplex

-Werking van meeste enzymen bepaald door specifieke pasvorm van actief centrum om aan bepaalde substraat te binden
=sleutel-slot principe/model
(zie tekening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Co-enzymen en cofactoren

A

Apo-enzym : niet werkbaar, maar met en cofactor of co-enzym wel

-Cofactor: anorganische moleculen/ionen, zwakke of sterke binding
-Co-enzym: organische moleculen, geen proteïnen. Zwakke binding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Specifiteit van enzymen

A

-Substraatspecifiek of absolute specifiteit
= een enzym werkt alleen maar voor 1 substraat
(Vb. Amylose werkt alleen voor zetmeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly