Thema 2 Proactief gedrag gericht op de fit tussen persoon en omgeving Flashcards

1
Q

Geef de verschillende vormen van PE-fit (5)

A
  1. PV fit: compatibiliteit tussen de eigenschappen van een persoon en die van een specifieke baan.
  2. PJ fit: compatibiliteit tussen de eigenschappen van een persoon en die van een specifieke baan.
  3. PO fit: gelijkheid tussen de waarden, doelen en persoonlijkheid van individuen en de corresponderende eigenschappen van de organisatie.
  4. PG fit: focust op de interpersoonlijke compatibiliteit tussen individuen en hun collega’s.
  5. PI fit: relatie tussen een individu en een significante ander in de werkomgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee onderliggende mechanismen van fit?

A
  1. Similarity-attraction-paradigma: mensen worden aangetrokken tot mensen met dezelfde waarden omdat interacties met deze mensen leiden tot bevestiging van de eigen waarden, overtuigingen en keuzes. Door dit sociaalpsychologisch mechanisme zullen organisaties mensen met gelijkende waarden aantrekken (Attract), selecteren (Select) en in dienst houden (retain). Dit is vertaald naar het ASA model.
  2. Complementaire fit: Compatibiliteit zorgt voor voltooiing.
    - Need fulfillment
    - Demands-Abilities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt het ASA model?

A

Het model verondersteld dat mensen aangetrokken worden tot organisatie op basis van fit, dat vervolgens de meest fittende kandidaten aangeworven worden en dat tot slot vooral de fittende werknemers in de organisatie verblijven. Hierdoor is er weinig pruimte voor niet-fittende personen om in de organisatie te komen of te blijven. Er treed dus een belangrijk gevaar op voor homogeniteit en stagenatie omdat er geen afwijkende waarden, visies, vaardigheden aanwezig meer zijn in de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het onderscheid tussen een objectieve, subjectieve en gepercipieerde fit?

A

Directe meting (gepercipieerd)
Indirecte meting (objectief en subjectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duid job crafting vanuit het JDR model

A

Op basis van het JDR model kan job crafting gedefinieerd worden als de veranderingen die werknemers op eigen initiatief aanbrengen in het niveau van de taakeisen en hulpbronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de antecedenten van job crafting?

A

Proactieve persoonlijkheid en eigen-effectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gevolgen van job crafting?

A

Toename eigen-effectiviteit. Kan door training en ervaring. Leiding kan hier medewerkers in stimuleren door ze bloot te stellen aan dit soort situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formuleer adviezen voor leidinggevenden om job crafting te stimuleren (4)

A
  • Cultuur of norm creeeren
  • Helpen hulpbronnen verhogen of taakeisen verlagen
  • Duidelijk maken dat initiatieve ngewaardeerd worden
  • Workshops
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie soorten job crafting onderscheiden Wrzesniewski en Dutton (2001)?

A
  1. Verandering in taken
  2. Verandering in sociale relaties
  3. Cognitief herwaarderen werkzaamheden (onplausibel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de verschillende patronen (4) en motieven (3)van feedbackzoekgedrag?

A

Patronen:
- Tactics (indirect of direct)
- Source
- Timing
- Topic

Motieven:
1. Instrumentele motief
2. Impression management motief
3. Ego enhancement motief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan verloop geherinterpreteerd worden?

A

Individuen kunnen ook reageren op misfits door deel te nemen aan proactieve gedragingen om een situatie van fit te verkrijgen. IPV verloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een loopbaan en wat zijn objectief en subjectief loopbaansucces?

A

Loopbaan: de reeks van maatschappelijke posities die iemand achtereenvolgens inneemt.
Objectief: extern, toegankelijke indicatoren
Subjectief: iemands evaluatie over zijn/haar prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een protean career en een boundaryless career?

A

Protean career: gedreven door de persoon zelf, wordt aangewakkerd door waarden zoals vrijheid en groei en wordt geassocieerd met een hoge mate van mobiliteit. Vereist een hoge mate van self-directedness en benadrukt deze en de relevantie van waarden.

Boundaryless career: loopbaangerichte activiteiten en loopbaanbewegingen zijn inter-organisatorische fenomenen met een hoge mate van inter-organisatorische mobiliteit. Benadrukt fysieke en psychologische mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Omschrijf de vormen van proactief loopbaangedrag (cognitief (3) en gedragsmatig (3) component)

A

Cognitief component:
- Loopbaanplanning: Voorbereiden en plannen voor openlijk gedrag.
1. Loopbaanverkenning:
2. Loopbaandoelstellingen
3. Formuleren specifieke loopbaanplannen

Gedragsmatig component
- Openlijk proactief gedrag: actief doelen na te streven en de plannen na te leven.
1. Netwerken
2. Mentor zoeken
3. Activiteiten die skills ontwikkelen. Maurer en Chaptman (2013) wijzen erop dat leerdoelorientatie waarschijnlijk belangrijker is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de relatie tussen proactieve persoonlijkheid en loopbaansucces? En wat modereert dit effect.

A

Proactieve persoonlijkheid leidt tot betere objectief loopbaansucces en hogere werktevredenheid.
Dit effect is er alleen wanneer de PO en PJ fit hoog is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is een periode van werkloosheid soms ook een blessing in disguise?

A

Baanverlies kan gezien worden als een periode van bezinning over de eigen loopbaan. Het laat toe om stil te staan bij de eigen waarden en interesses (interne exploratie) en vervolgens op zoek te gaan naar banen die hierbij aansluiten vanuit de PE-fit-gedachte (externe exploratie). Een goede exploratie in combinatie met een goede planning kan leiden tot een hogere kwaliteit van de nieuwe baan in vergelijking met de vorige baan.

17
Q

Wat zijn de vier indicatoren van kwaliteit van een nieuwe baan?

A
  1. Job improvement
  2. Identificatie met de organisatie
  3. Groei in de loopbaan
  4. Intentie om de baan op te geven
18
Q

Wat is de relatie tussen proactiviteit en met name exploratie, planning en kwaliteit van nieuwe baan.

A

Externe exploratie – .19 -> kwaliteit
Interne exploratie – -.16 -> kwaliteit
Loopbaanplanning – .30 -> kwaliteit

19
Q

Welke persoonlijke en omgevingsfactoren leiden tot een proactieve aanpak tijdens een periode van werkloosheid

A

Persoonlijk:
Self-efficacy -> loopbaanplanning

Social emotional support -> kwaliteit van nieuwe baan (door optimistische houding)

Sociale instrumental support -> interne en externe exploratie (verhoogt gevoel van controle en competentie)